Artikel 390 Behandeling van het beroep. 1 In de gevallen, waarin ingevolge deze verordening van een besluit van burgemeester en wethouders beroep open staat op de gemeente raad, brengt een commissie aan die raad advies uit over een inge steld beroep. 2. Burgemeester en Wethouders doen het beroepschrift, voorzien van hun advies, binnen twee weken nadat het is ingekomen, toekomen aan de in het vorige lid bedoelde commissie. 3. Ingeval het beroep is gericht tegen een aanschrijving van burge meester en wethouders als bedoeld in artikel 25 van de Woningwet, of een aanschrijving gegrond op een bepaling van deze verorde iing, beslist de gemeenteraad - na van het advies van t.e commissie kennisgenomen te hebben - binnen twee maanden na de dag, waarop het beroep is ingesteld. Zijn beslissing is met redenen omkleed. 4. Behalve in de gevallen, genoemd in het vorige lid, beslist gemeenteraad - .na van het advies van de commissie kennisgen 'men te hebben - binnen drie maanden na de dag, waarop het beroepschrift i ontvangen. De gfemeenteraad kan de termijn van drie maanden met ten hoogste twee maanden verlengen. Artikel 390a- 1. De in artikel 390, lia 1, bedoelde commissie telt vijf leden- die evenals vijf plaatsvervangende leden - op aanbeveling van burge meester en wethouders door de raad al dan niet uit zijn midden worden benoemd. 2. De leden en plaatsvervangende leden van de commissie worden, zoveo. mogelijk, benoemd in de eerste vergadering van de raad na de periodieke aftreding van de raadsleden. De benoeming geschiedt voor de zittingsduur van de raadsleden/ 3. In tussentijdse vakatures voorziet de raad zo spoedig mogelijk. 4. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter aan. 5. Als secretaris van de commissie treedt op een door de gemeente secretaris aangewezen secretarie-ambtenaar. De gemeentesecretaris regi.lt de vervanging van de secretaris van de commissie, indien deze verhinderd is als zodanig op te treden. Artikel 390b. 1De voorzitter roept de commissie in vergadering bijeen zo spoedig mogelijk nadat een beroepschrift overeenkomstig artikel 390j lid 2, bij de commissie is ingekomen. 2. De commissie besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. 3. Een lid van de commissie noemt niet deel aan de behandeling van een beroepschrift, indien naar zijn oordeel of naar het oordeel van de oommissie zijn persoonlijke of zakelijke belangen direct of indirect betrokken zijn bij de aangelegenheid, waarover het be roep handelt. 4. Alvorens een besluit te nemen omtrent het ten aanzien van een be roepschrift, als bedoeld in artikel 390? lid. 1, aan de gemeenteraad uit te brengen advies, stelt de commissie de belanghebbende in de gelegenheid in haar vergadering over dat beroepschrift te w01der gehoord. Belanghebbende kan zich daarbij doen vertegenwoordigen of zich door een raadsman doen bijstaan. De commissie stelt burgemeester en wethouders in de gelegenheid - eventueel bij gemachtigde - dat gedeelte van de vergadering, waarin de belanghebbende of diens vertegenwoordiger aanwezig is, bij te wonen en hun standpunt nader toe te lichten. De oommissie kan - al dan niet op verzoek - de belanghebbende of diens vertegenwoordiger en burgemeester en wet houders of hun gemachtigde afzonderlijk horen. 5. Betreft het in artikel 390? lid 1, bedoelde beroep een besluit genomen op grond van artikel 34 of een aanschrijving op grond van artiKel 310 van deze verordening, dan kan de in artikel 390, lid 1, bedoelde commissie zich doen voorlichten door de "Hogere Schoon heidscommissie. Deze "Hogere Schoonheidscommissie" bestaat uit drie leden bij voorkeur buiten de gemeente Leeuwarden vroonachtig, waarvan drie door de gemeenteraad aan te wijzen verenigingen ieder één benoemen. 6. De commissie neemt omtrent het ten aanzien van een beroepschrift, als bedoeld in artikel 390, lid 1, aan de gemeenteraad uit ze brenge: advies geen besluit wanneer niet tenminste vier leden ca.su quo plaatsvervangende leden van de commissie ter vergadering aanwezig zijn. 7. De commissie brengt haar advies omtrent een beroepschrift als be doeld in het eerste lid aan de gemeenteraad uit binnen één maand nadat het beroepschrift bij de commissie is ingekomen. Zij kan deze termijn, behoudens in het geval van artikel 390, lid 3? met ten hoogste twee maanden verlengen. 8. Van haar aan de gemeenteraa.d uitgebracht advies of van de conclusie daarvan zendt de commissie terstond een afschrift aan degene, die het beroep heeft ingesteld. 9. De door de commissie aan de gemeenteraad uitgebrachte adviezen, als bedoeld in de voorgaande leden, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Artikel 390c- Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk aan hem, die het beroep heeft ingesteld een afschrift van het besluit van de gemeenteraad op het ingestelde beroep. Indien beroep werd ingesteld tegen een aanschrijving, als bedoeld in artikel 25 van de Woningwet of artikel 343 van deze verordening, zenden burgemeester en wethouders tevens een afschrift van het besluit van de gemeenteraad aan de hypotheekhouder aan de bij de inschrijving van de hypotheek gekozen woonplaats. Artikel 391 Gevolgen van de beslissing van de gemeenteraad. 1. Wijkt de beslissing van de gemeenteraad af van die van burgemeester en wethouders dan regelt het raadsbesluit al datger.e wat tengevolge van die afwijking regeling behoeft. 2. Indien het besluit van de gemeenteraad strekt tot het verlenen van een vergunning, toestemming, of vrijstelling, als bedoeld in deze verordening, geldt het afschrift, genoemd in artikel 39^c van deze verordening, ais een door de burgemeester en wethouders verleende vergunning, toestemming of vrijstelling.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 64