Advies van de Commissie van Advies inzake Beroepschriften ingevolge de Bouwverordening betreffende een door de heer G. Louwsma ingediend beroep schrift tegen weigering van een bouwvergunning. Bijlage no. 107Leeuwarden, 2 juni 1971 Aan de Gemeenteraad. Bij brief van 50 naart 1971 hebben Bxirgeneesten en Wethouders, overeen komstig artikel 590, lid 2, van de Bouwverordening, de commissie van advies doen toekonen het beroepschrift van de heer S. Louwsna, Fruitstraat 7, al hier, dd. 16 januari 1971? tegen het door hen genomen besluit, dd. 14 de cember 1970, no. B 520/70, tot weigering van een vergunning voor de aanbouw van een kamer aan do westzijde van zijn woning, plaatselijk bekend Fruit straat 7, Leeuwarden. Do commissie heeft geconstateerd, dat het verzoek om voorziening, gelet op artikel 51 van do Woningwetdoor de hoer Louwsma tijdig bij de Gemeente raad is ingediend en wol binnen één maand na de dag, waarop het besluit tot weigering van de bouwvergunning is verzonden. Appellant dient derhalve in zijn beroep te worden ontvangen. Daartoe uitgenodigd heeft de heer Louwsma gebruik gemaakt van de gelegenheid zijn beroepschrift in do vergadering van de commissie toe te lichten. Burgemeester en Wethouders hebben, overeenkomstig artikel 590, lid 2, van de Bouwverordening, terzake van deze aangelegenheid aan onze commissie advies uitgebracht. Hot betrokking tot het door appellant ingediende bouwplan heeft de commissie het volgende overwogen. Iïct bouwplan voorziet in de aanbouw van een vroonkamer op de open ruimte tussen de bestaande garage en de westzijde van de vrijstaande woning. De wo ning is gelegen op hot perceel kadastraal beleend gemeente Leeuwarden, sectie G, no. '14805, wolk perceel bij hot geldende bestemmingsplan "Greunsweg" is bestemd voor do bouw van oen eengezinswoning in de klasse A. Artikel 5, lid 5, cub d, van de bij dit bestemmingsplan behorende bc- bouwingsvoorschrifton bepaalt, dat burgemeester en wethouders vrijstelling kunnen verlenen bij oen 0engezinshuis, als hot onderhavige, bijgebouwen als garages, schuurtjes, tuinhuisjes e.d. van één verdieping op te richten, mits de strook grond tussen het vroonhuis en het bijgebouw net een lengte, tenmin ste gelijk aan do goothoogtc van de woning, onbebouwd en onoverdekt blijft. Bij de aanbouw van de door de hoor Louwsma gewenste woonkamer sou do gehele open ruimte tussen do bestaande woning en garage in beslag worden genomen. Bij realisering van het bouwplan zal derhalve de garage onmiddel lijk aan de woning grenzen, zodat niet moor zal worden voldaan aan do hier boven weergegeven bepaling van de bebouwingsvoorschrifton. Bovendien zal door do aanbouw van do kamer do op de plankaart aangegeven bebouwingsgrens voor het perceel aan de westzijde worden overschreden. Het ingediende bouwplan is derhalve in strijd mot de ter plaatse gelden de stedebouwkundige voorschriften. Een bepaling, op grond waarvan burgenoes ter en wethouders voor dit bouwplan vrijstelling van de voorschriften kunnen verlenen c.q. afwijking van het plan kunnen toestaan, is in de bebouwings voorschrifton niet opgenomen. Bij de beoordeling van de bouwaanvragc is onderzocht of er aanleiding sou kunnen zijn ten aanzien van het door de heer Louwsma ingediende bouwplan de procedure, als bedoeld in artikel 19 van de Wet op do Fiuimtelijkc Orde ning en artikel 50? lid 0, van de Woningwet, toe te passen. Deze procedure houdt in, dat burgemeester en wethouders de gevraagde vergunning kunnen ver lenen middels hot verlenen van vrijstelling van do geldende stedebouwkundige voorschriften indien hot bouwplan in overeenstemming is met een ter inzage

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 12