gelegde herziening van hot geldende bestemmingsplan on nits Gedeputeerde
Staten van Friesland verklaren daartegen geen bezwaar te hebben.
Do toepassing van deze procedure is in het onderhavige geval niet moge
lijk, aangezien oen herziening van het geldende bestemmingsplan, zodanig,
dat hot bouwplan zou kunnen worden gerealiseerd, niet in voorbereiding is,
laat staan ter inzage is gelegd.
Do commissie is dan ook, gezien de voorschriften van het bestemmings
plan "Greuncwog"van oordeel dat burgemeester en wethouders terecht tot
weigering van de door de heer Louwsma aangevraagde vergunning hebben beslo
ten.
Op grond van het vorenstaande adviseert de commissie de Gemeenteraad
het verzoek om voorziening ongegrond te verklaren en een besluit te nemen
zoals hierbij in ontwerp is bijgevoegd.
In zijn beroepschrift verzoekt de heer Louwsma tevens om wijziging van
het bestemmingsplan "Greuncwog" in die zin, dat zijn bouwplan op grond van
het gewijzigde plan kan worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders hebben in het aan onze commissie gerichte
advies het standpunt ingenomen, dat een wijziging van het bestemmingsplan,
waardoor voor de percelen grenzende onmiddellijk aan de noordzijde van de
Fruitstraat on gelegen tussen de Boomgaardstraat en de Warmoezenierstraat
een groter bcbouwingsvlak wordt gecreëerd, in het kader van welke wijziging
het bouwplan van de hoer Louwsma sou kunnen worden uitgevoerd, uit stede-
bouwkundige overwegingen niet aanvaardbaar is. Door oen dergelijke wijziging
sou, aldus het college, het open karakter van de Fruitstraat worden aangetast,
omdat de gehele noordelijke straatwand sou kunnen worden volgebouwd.
De commissie stelt het evenwel op prijs mede te delen, dat zij het in
hot onderhavige geval betreurt, dat het bouwplan van de heer Louwsma niet
tot uitvoering kan worden gebracht. Zij doet dit temeer omdat het "open
karakter" van do Fruitstraat toch reeds enigermate is aangetast door de
bouw van auto~Lo::on bij verschillende woningen en de plaatsing van een schut
ting tussen woning en garage aan de straatzijde op een dezer percelen.
Do commissie vraagt zich in verband daarmede af, of het geen aanbeveling
verdient dat de Gemeenteraad burgemeester en wethouders uitnodigt om aan de
directeur van do dienst dor Openbare Werken opdracht te verlenen alsnog te
onderzoeken in hoeverre door wijziging van het stedebouwkundig plan aan het
bouwplan van de heer Louwsma kan worden tegemoetgekomen.
De Commissie van Advies inzake Beroepschriften
ingevolge de Bouwerordening,
B.P. van der Veen, Voorzitter.
Roümer
Secretaris.
ITo. 7607.
DF RAAD DER GRÏEEiïTE LEEUWARDEN;
beschikkende op een door de heer S. Louwsma, alhier, bij brief,
ingekomen op 19 januari 1971. ingesteld beroep tegen het besluit, dd.
14 december 1970, no. B 328/70, van burgemeester en wethouders, waarbij
de gevraagde vergunning voor de aanbouw van een kamer aan de westgevel
van de door hom bewoonde woning Fruitstraat 7» te Leeuwarden, wordt ge
weigerd;
overwegende, dat het omschreven perceel is gelegen binnen de gren
zen van het geldende bestemmingsplan "Greunsweg"
dat hot ingediende bouwplan in strijd is met de bepalingen van dit
best enmingsp1an
dat burgemeester en wethouders dan ook terecht de gevraagde vergun
ning hebben geweigerd;
dat de beslissing op het beroepschrift bij zijn - de gemeenteraad
besluit van 13 april 1971, no. 4653, is verdaagd tot uiterlijk 19 juni
gelet op artikel 51, lid 1 t/m 4, van de Woningwet;
BESLUIT
B. burgemeester en wethouders uit te nodigen de Directeur der Openbare
Werken opdracht te verlenen alsnog te onderzoekon in hoeverre, door
wijziging van het bestemmingsplan "Greunsweg", aan het bouwplan van
do hoer Louwsma kan worden tegemoetgekomen.
Secretaris
1971;
gezien het advies, dd. 2 juni 1971» van de Commissie van Advies in
zake Beroepschriften ingevolge de Bouwerordening (bijlage no. 187);
A. het verzoek om voorziening ongegrond te verklaren;
Aldus vastgesteld in de openbare vergaderin
va.n
Yoorzitter