BESLUIT j
Intrekken beroepschrift net betrekking tot de lijst van monumenten.
Bijlage nr. 266. Leeuwarden, 4 augustus 1971»
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 7 november 1966 besloot U beroep in te stellen
tegen het plaatsen op de lijst van beschermde monumenten van de panden Gou
verneursplein 44 (kadaster), Kleine Hoogstraat 1, Sint Jacobsstraat
plein 38 (oude hoofdwacht) en Tweebaksmarkt 15 (Ritske Boelemagasthuis) en
het water het Vliet, omdat door het "monument-zijn" van deze objecten de re
alisering van het binnenstadsplan onmogelijk zou worden gemaakt. Op dit be
roepschrift is tot nu toe nog niet beslist. In 1967 heeft de Minister van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk echter vergunning verleend voor
het afbreken van het pand Kleine Hoogstraat 1, terwijl in hetzelfde jaar de
nodige medewerking werd verkregen voor het uitvoeren van de dempingsplannen
voor het Vliet. Het bovenbedoelde beroep werd met betrekking tot het laatst
genoemde object ingetrokken bij raadsbesluit van 8 januari 1968, nr. 932.
Het ingestelde beroep heeft dus nu alleen nog maar zin voor de panden Gou
verneursplein 44, Sint Jacobsstraat 35/Hofplein 38 en Tweebaksmarkt 15.
Op 5 maart j.l. hebben wij van de secretaris van de Iionumentenraad het
verzoek ontvangen te bevorderen, dat het beroep ten aanzien van genoemde drie
objecten wordt ingetrokken. De voorbereiding en behandeling van het beroep
vereisen zeer veel werkzaamheden. De secretaris van de Monumentenraad wijst
er op dat diverse gemeenten en vele particulieren in de loop der jaren de
toch wel soepele werking van de Monumentenwet hebben ervaren, wat hun deed
besluiten hun beroep in te trekken. Zij hebben ondervonden, dat monumentale
bescherming niet gelijk kan worden gesteld aan "bevriezing". Het komt ge
noemde secretaris, ook voor onze gemeente, doelmatiger voor dat in de toe
komst per geval wordt nagegaan welke oplossing mogelijk blijkt. Wij delen
deze mening, gelet ook op de ervaringen met het pand Kleine Hoogstraat 1 en
het water het Vliet.
De commissie monumentenzorg, die wij over dit voorstel hebben gehoord,
is van mening, dat intrekking van het beroepschrift geen bezwaren behoeft
op te leveren. De commissie is er van overtuigd, dat bij de in de toekomst
noodzakelijke onderhandelingen met de rijksdienst over de verdere uitvoe
ring van het structuurplan binnenstad zeker ook met betrekking tot de drie
genoemde monumentale objecten een voor beide partijen bevredigende oplossing
kan worden gevonden. V/ij kunnen ons met deze zienswijze verenigen.
Wij stellen U dan ook voor het ingestelde beroep in te trekken.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. Tiekstra, 1. Burgemeester.
de Jong Secretaris.
No. 10475.
DE I1AAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen een op 24 mei 1971 ingekomen schrijven van het bestuur van
de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van scholen net de Bijbel
te Leeuwarden-Huizum, houdende verzoek medewerking te verlenen voox de
aanschaffing van een schrijfmachine met brede wagen ten behoeve van elk
der onder zijn bestuur staande scholen voor gewoon lager onderwijs,
de Jan van Nassauschool en de Prins Willem-Alexanderschool, respectieve
lijk gevestigd Borniastraat 125 en Antillenweg 130, alhierf
gelet op een schrijven van het schoolbestuur van J juli 1971,
houdende mededeling, dat het bovengenoemd verzoek als niet gedaan kan
worden beschouwd voor wat betreft de aanschaffing van een schrijfmachine
met brede wagen ten behoeve van de Prins Willem-Alexanderschool, zodat
alleen dient te worden beslist omtrent hot verzoek ten behoeve van de
Jan van Nassauschool5
overwegende, dat het verzoek voldoet aan de in artikel 73 dei Lager-
onderwijswet 1920 gestelde eisen;
dat door inwilliging hiervan de normale eisen aan het geven van
lager onderwijs te stellen, niet zullen worden, overschreden;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders van
4 augustus 1971 (bijlage no. 265);
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld, in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.