No. 11804.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Beschikkende op het op 27 mei 1971 ingekomen verzoek van het
bestuur van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs
Leeuwarden om ingevolge artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920
medewerking te verlenen voor het maken en inrichten van een documen
tatiecentrum, dat tevens kan dienen als gemeenschapsruimte, door de
hal van de onder zijn bestuur staande school voor gewoon lager onder
wijs, de Willem de ZwijgerschoolJ.H. Knoopstraat 3> alhier, uit te
breiden
overwegende, dat door de inwilliging van liet verzoek de normale
eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, zouden worden
overschreden;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders van
25 augustus 1971 (bijlage no. 309)5
BESLUIT s
de gevraagde medewerking te weigeren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
rMTIHW
Het weigeren van medewerking aan het bestuur van de Vereniging voor
Protestants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden voor het maken van een
verbinding tussen de scholen Brandemeer no. 1 en no. en de inrichting
daarvan.
Bijlage no. 310.
Leeuwarden, 25 augustus 1971
Aan de Gemeenteraad.
Bij een op 27 mei 1971 ingekomen schrijven heeft het bestuur van de
Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden, U
verzocht om medewerking, als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijs
wet 1920, voor het maken van een verbinding tussen de schoolgebouwen aan
de Brandemeer no. 1 en no. 3 en het inrichten daarvan.
In een toelichting op het verzoek merkt het bestuur op, dat de
Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs met ingang
het cursusjaar 1971-1972 de beschikking heeft gekregen over de beide
genoemde schoolgebouwen. Mede omdat deze gebouwén naast elkaar zijn ge
legen, heeft het bestuur besloten de twee schoolgebouwen samen te voegen
om daarin één twaalfklassige school, onder een éénhoofdige leiding te
vestigen. Gelet op de bepalingen van het Bouwbesluit lager onderwijs,
waarvan artikel 4 voorschrijft, dat de vereiste lokalen van het te stich
ten schoolgebouwmet uitzondering van de lokalen met speciale bestemming,
één gebouwencomplex vormen, heeft het bestuur gezocht naar een verbindings
mogelijkheid. Het bestuur meent deze gevonden te hebben in het bouwen van
een ruimte, geschikt voor meervoudig gebruik voor beide gebouwen.
Te Uwer oriëntatie zij nog het volgende vermeld.
In Uw vergadering van 20 januari 19^5 heeft U beslotens
1aan het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Schoolonderwijs
de gevraagde medewerking te verlenen, voor de bouw van twee zes-
klassige scholen op een nader aan te wijzen terrein in 't Ielan;
2. aan het bestuur van de Nederlands Hervormde Schoolvereniging de ge
vraagde medewerking te verlenen, voor de bouw van één zesklassige
school, op een nader aan te wijzen terrein in het uitbreidingsplan
't Ielan.
In 1968 zijn de beide genoemde verenigingen gefuseerd tot de Ver
eniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden.
De situatie is op het ogenblik zo, dat de feitelijke overdracht
van de schoclgebouwen aan de Brandemeer no. 1 en no. 3> aan het bestuur
van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs, heeft
plaats gevonden. In het schoolgebouw Brandemeer no. 1 is een zesklassige
school voor gewoon lager onderwijs, de Prins Mauritsschoolgevestigd,
terwijl het schoolgebouw Brandemeer no. 3 dienst doet als dépendance
van de Prins Mauritsschool. In dit schoolgebouw zijn momenteel nog vijf
klassen gehuisvest. Het bestuur zou, gelet op het eerder genoemde raads
besluit van 20 januari 19^5» ia Ret schoolgebouw Brandemeer no. 3 evenwel
een zelfstandige zesklassige school moeten huisvesten. Het bestuur gaat
hieraan echter voorbij en heeft besloten een twaalfklassige school te
vormen, die wordt gehuisvest in de gebouwen, bestemd voor twee zelfstandige
zesklassige scholen.
h
De verwijzing naar het Bouwbesluit lager onderwijs is naar onze
mening niet relevant (artikel 4 van het genoemde besluit spreekt n.l.
over de lokalen van het te stichten schoolgebouw), daar thans twee
afzonderlijke schoolgebouwen worden benut voor de huisvesting van één
school. Het aanbrengen van een verbinding tussen deze getouwen is uit
dien hoofde niet noodzakelijk.
1 'Vr'k'
III v
m LIB iW—mk M VI 2 1 MSX K5