- 2 - 4. Tot lid of plaatsvervangend lid kan niet worden aangewezen hij, die uit sluitend of in hoofdzaak de handel in vlees en/of vleeswaren uitoefent. Het lid of plaatsvervangend lid, van wie na zijn aanwijzing blijkt, dat hij uitsluitend of in hoofdzaak de handel in vlees en/of vleeswaren uitoefent, houdt op lid respectievelijk plaatsvervangend lid te zijn. 5. Het lid, dat door Burgemeester en Wethouders van de centrale gemeente is aangewezen, treedt op als voorzitter van de kringcommissie. Burgemeester en Wethouders van de centrale gemeente voegen een ambtenaar van die gemeente als secretaris van de commissie toe. 6. Het hoofd van de keuringsdienst is ambtshalve adviserend lid van de kring commissie 7. De kringcommissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of ten minste twee leden dit, met opgave van redenen, aan de voorzitter ver zoeken. In het laatste geval wordt de vergadering gehouden binnen twee we ken nadat het verzoek ter kennis van de voorzitter is gekomen. 8. De kringcommissie mag niet besluiten, indien niet naast de voorzitter c.q. de plaatsvervangende voorzitter ten minste de helft van het aantal overige leden c.q. do plaatsvervangers daarvan aanwezig is. De besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Het gevoelen van een minderheid wordt desgewenst in het advies van de kring commissie uitgedrukt. indien met betrekking tot een aangelegenheid zodanig verschil van gevoelen bestaat, dat het nemen van een besluit bij volstrekte meerderheid van stem- men niet mogelijk is, wordt daarvan bericht gezonden aan het College (de Colleges) van Burgemeester en Wethouders van de gemeente(n) die bij die aan gelegenheid is (zijn) betrokken, net opgave van de verschillende zienswijzen. Artikel 4. Burgemeester en Wethouders van de centrale gemeente zijn gehouden ter zake van de vaststelling van voorschriften ter uitvoering van deze regeling en het nomen van beslissingen in belangrijke aangelegenheden betreffende de taakuitoefening door de keuringsdienst in de kringgemeenten en de uitvoering van do ophaaldienst van destructiemateriaal vooraf het gevoelen van de kringcommissie in te winnen. Artikel 8. Do verordeningenbedoeld in artikel 20 van de Vleeskeuringswet en in ar tikel 17 van de Destructiewetvan de kringgemeenten stemmen overeen met die van de centrale gemeente, zoals deze door Gedeputeerde Staten van de provincie Friesland zijn goedgekeurd, mot dien verstande, dat met het oog op bijzondere plaatselijke omstandigheden do Raad van een kringgemeen- te, in overleg met de kringcommissie, bevoegd is één of meer afwijkende of aanvullende bepalingen in de verordening vast te stellen. Artikel 6. 1De ingezetenen van de kringgemeenten kunnen gebruik maken van het Openbaar Slachthuis van de gemeente Leeuwarden onder dezelfde voorwaarden als de ingezetenen van die gemeente. 2. De inrichting, de instandhouding en de exploitatie van een slachtplaats voor het slachten van gestorven of in nood gedode slachtdieren worden aan elk van de deelnemende gemeenten overgelaten; elk van die gemeenten kan hot Openbaar Slachthuis van de gemeente Leeuwar den als zodanig aanwijzen. - 3 - 3. De nadere keuring, ingevolge artikel 0 van de Vleeskeuringswet, van vlees, ingevoerd in de kring, dient te geschieden in het daarvoor bestemde lokaal van het Openbaar Slachthuis van de gemeente Leeuwarden. 4. De deelnemende gemeenten dragon do exploitatielasten van de ophaaldienst van kadavers naar rato van het aantal kadavers, dat per gemeente in een vo slagjaar wordt opgehaald. Artikel 7» De kringgemoenten verplichten zich voor het binnen haar grenzen keuren van slachtdieren en vlees ter uitvoering van de Vleeskeuringswet en van de krachtens deze wet gegeven voorschriften gelijke rechten te heffen tot ten minste zodanige bedragen als verschuldigd zouden zijn, indien de slacht dieren waren gekeurd in het Openbaar Slachthuis van de gemeente Leeuwarden. Artikel 8. Do kringgemeenten verplichten zich in haar desbetreffende verordeningen te bepalen, dat degenen die haar keurloon verschuldigd zijn het bedrag daar van binnen de gestolde termijn dienen te storton op de door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leeuwarden aangewezen rekening van de post cheque- en girodienst ten gunste van die gemeente. Indien degene, die aan een der kringgemeenten keurgeld verschuldigd is, langer dan een maand ingebreke blijft in de betaling daarvan op de zoeven bedoelde wijze, stort die gemeente het verschuldigde bedrag op bedoelde re kening en vordert zij zo mogelijk het verschuldigde keurloon in. Artikel 9. 1. Burgemeester en Wethouders van de centraio gemeente zenden jaarlijks voor 15 mei aan de kringcommissie een voorlopig verslag van de verrichtingen van de keuringsdienst en van de ophaaldienst van destructiemateriaal ton behoeve van de kringgemoenten in het afgelopen dienstjaar, vergezeld van een voorlopige opgave met toelichting van het bedrag, dat ingevolge ar tikel 6, vierde lid, over dat dienstjaar ten laste van iedere kringge meente- komt. Bedoelde opgave dient deugdelijk te zijn verklaard door een door Burge meester en Wethouders van de centrale gemeente in overleg met de kring commissie aangewezen deskundige. 2. De kringcommissie doet haar zienswijze omtrent het verslag en de opgave, bedoeld in het vorige lid, aan Burgemeester en Wethouders van de centrale gemeente kennen binnen vier weken na ontvangst van deze stukken. 3. Burgemeester en Wethouders van de centrale gemeente zenden zo spoedig moge lijk na de ontvangst van het bericht van de kringcommissie een exemplaar van het door hen vastgestelde verslag en van de door hen vastgestelde, van een toelichting voorziene opgaven, als bedoeld in het eerste lid, toe aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de kringgemeenten met mede deling van de zienswijze van de kringcommissie omtrent het voorlopige ver slag en de voorlopige opgave en de door hun College dienaangaande genomen beslissing. 4. Iedere kringgemeente stort hot bedrag, dat blijkens de in het vorige lid omschreven opgave ten laste van die gemeente komt, binnen één maand na ont vangst van deze opgave in de kas van de centrale gemeente.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 94