I P B' n /O §4 po Vc Tegenover de op de hoofdstukken I t/ta XIII van de gewone dienst van de ontwerp-gemeentebegroting geraamde uitgaven tot een bedrag van 98620»960- zijn op dezelfde hoofdstukken inkomsten tot een bedrag van 96.370.960,- geraamd. In de primitieve begroting voor 1971 bedroeg het totaal der uit gaven en der inkomsten beide 89.7^8110,-. Als bijlage 1 is aan deze aanbiedingsbrief toegevoegd een over zicht van totalen van de geraamde inkomsten en uitgaven van de algemene dienst in groepen (personeelslasten, kapitaalslasten, gemeentelijke heffingen, gemeentefondsuitkeringen enz.) met daar naast de overeenkomstige cijfers over de jaren 1968 t/m 1971 In bijlage 2 is opgenomen een systematisch overzicht van de tota len der op de verschillende belangrijke grote onderdelen van de gemeentehuishouding geraamde bedragen. Dit overzicht bevat ook de voorlopige rekeningscijfers over 1970 en de oorspronkelijke ramingen voor 1971. Ontwikkelingen in de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten. In bijlage 6 bij de aanbiedingsbrief bij de vorige begroting heb ben wij U een vrij uitvoerig overzicht gegeven van de op het stuk van de financiële verhouding en de doeluitkeringen geldende rege lingen. Het lijkt ons niet nodig in deze in herhalingen te ver vallen. Wij menen, dat we mogen volstaan met het maken van enige opmerkingen over de sinds hot samenstellen van de vorige aanbie dingsbrief opgetreden ontwikkelingen. Wat de Financiële Verhoudingswet i960 betreft, merken wij op, dat het wetsontwerp tot herziening van de verdeelsleutel van het ge meentefonds (wetsontwerp no. 10585na een zeer langdurige behan deling nu bijna de parlementaire eindstreep schijnt te hebben be reikt. De Tweede Kamer heeft zich op 23 september jl. met dit ontwerp verenigd. Overigens zal deze wijziging voor onze begro tingspositie geen consequenties meer hebben, aangezien reeds in 1970 en 1971 80 algemene uitkering volledig overeenkomstig hot ontwerp is geraamd. De wet op de wijziging van het gemeentelijke belastinggebied is inmiddels in werking getreden. De z.g. schoonmaakuitkering uit het gemeentefonds in verband met het vervallen van de gemeente lijke opcenten op de grondbelasting en de personele belasting (deze zijn inmiddels herleefd) is in de begroting opgenomen. De verfijningsregeling bodemgesteldheid is niet op onze gemeente van toepassing, omdat hier minder dan 80^ van de gemeente een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 101