1.371.600,- 1.505.100,- 2.277.000,-
10 -
de verwachte optrekking van uitkeringen van het rijk voor het
onderwijs, het sterker afschrijven op onderwijsinvesteringen dan
de door het rijk hiervoor aangehouden normen.
Redeneren we uit van dit "nadere tekort 1971" dan zien we dus
een stijging van 461.000,- tot 2.250.000,-, welk bedrag als
volgt kan worden gespecificeerd in de sectoren "doeluitkeringen"
en "overige":
1971 1971 1972
prim. nader prim.
Sector Doeluitkeringen.
Politie 142.600,- 142.600,- 513.000,-
Onderwijs 1.229.000,- 1.162.500,- 1.964.000,-
Soc.zorg (80>ó kosten.
n n
Overige sectoren, nad. 21 3.400, -voord. 844» 100 -voord. 27.000,-
1.505.000,- 461.000,- f 2.250.000,-
We zien dus in alle sectoren een ernstige verslechtering van de
begrotingspositie t.w.s
in de sector politie 170.400,-
in de sector onderwijs 801.500,-
in de overige sectoren 817.100,-
1.789.000,-
Alles in vergelijking met de stand 11a het in de vergadering van
18 oktober 1971 aanvaarde dekkingsplan.
Wij merken hierbij nog op, dat onder de inkomsten een bedrag van
63O.OOO,- is geraamd wegens bijdrage uit de saldi-reserve, als
bij sondere dekking tegenover enige als incidenteel aan te merken
posten in de "overige sectoren".
Was dit niet gebeurd, dan zou het totale tekort op de gemeente
begroting 2.940.000,- hebben bedragen en zou voor de overige
sectoren in plaats van het voordelige saldo van 27.000,- een
nadelig saldo van 663.000,- uit de bus zijn gekomen.
Bedoelde bijdrage van 69O.OOO,- uit de saldi-reserve is ge
raamd ter compensatie van als tijdelijk (incidenteel) te beschou
wen uitgaafposten, t.w.:
a. Exploitatie-saldo saneringspanden (ged.) 400.000,-
ITa ontvangst van de 80cjo rijksbijdrage in de
verwervingskosten van in aangewezen of nog