1967 18.990.000,- 11.850.000,- 7.100.000,- in uitvoering zijnde werken ontstaat. De in 1970 opgelopen ach terstand bij het aantrekken van langlopende leningen is dan ook sindsdien niet meer ingehaald. De kortlopende schuld is opgelopen tot een bedrag van meer dan 40.000.000,-. Wij spreken de hoop uit, dat de centrale overheid op korte termijn maatregelen zal nemen om de financieringstekorten der gemeenten tot een normale proportie terug te brengen. Wij zijn er van overtuigd, dat de spanning op de kapitaalmarkt nog geruime tijd zal aanhouden en dat het einde van de centrale financiering nog lang niet in zicht is. Sinds het begin van de centrale financiering zijn aan onze gemeente door de 17. V. Bank voor ITederlandsche Gemeenten leningen toegewezen tot een bedrag" van in totaal van 109.081.000,-. Dit bedrag kan als volgt worden gespecificeerd; jaar Dotaal llieuwe Voortzetting van werken werken c.a 1965/1966 50 580.000,- 5.580.000,- 1968 25.415.OOO,- 4.000.000,- 1^.419.000,- 1969 27.775.000,- 4.775.000,- 25.OOO.OOO,- 1970 15.850.000,- 2.150.000,- 11.700.000,- 1571 21669000,- 5.51.000,- 18.150.000,- ƒ109.081.000,- ƒ29.712.000,- 75.565.OOO,- Naast de financieringsmiddelen, die door de II.V. Bank voor ITeder landsche Gemeenten worden verstrekt, zijn in de afgelopen tijd ook enige z.g. burgerzinleningen aangetrokken. Yan enkele urgente projecten kon hiermede de uitvoering worden verzekerd. Tot dus ver is aan burgerzinleningen in totaal 4-765.000,- beschikbaar gekomen. Voor het aangaan van deze burgerzinleningen rnoet de Minister van Binnenlandse Zaken toestemming verlenen. Met ingang van 1 april 1571 is deze bewindsman alleen nog maar bereid toe stemming te geven om leningen met anderen dan de E.Y. Bank voor ITederlandsche Gemeenten aan te gaan, wanneer het betreft een le ning, die wordt aangeboden door de verkoper van onroerend goed aan de gemeente of door de pachter, die een schadeloosstelling ontvangt wegens voortijdige ontbinding, tot het bedrag van de verkoopsom c.q. schadeloosstelling. Wij merken tenslotte op, dat niet voor alle investeringen leningen behoeven te worden aangegaan. Zo zullen uit grondverkopen middelen voor de financiering van nieuwe gemeentelijke investeringen be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 110