if w
- 16
IV. Bestuur der gemeente.
1Bestuurlijke samenwerking.
Op 5 juli 1971 werd in Uw Raad aan de orde gesteld het "Rapport
inzake een nieuwe bestuurlijke indeling" van de studiecommissie
tot herziening van de gemeentegrenzen in Friesland.
Be omstandigheiddat aan de mogelijkheid om tot gewestvorming
te geraken in dat rapport slechts geringe aandacht was besteed,
werd voor een juiste oordeelsvorming omtrent deze materie als een
gemis ervaren.
U hebt daarom besloten U Uw standpunt over de in dat rapport ge
dane voorstellen voorlopig voor te behouden.
Het vorig jaar aangekondigde vooronderzoek met betrekking tot het
bestaan van maatschappelijke en bestuurlijke vervlechtingen tus
sen Leeuwarden en omringende gemeenten is inmiddels afgesloten.
Onder supervisie van de afdeling Bestuurskunde en Sociaal-geogra
fisch onderzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is
het desbetreffende rapport "Stad en Regio" opgesteld door een
medewerker van de afdeling Economische en Statistische Aangele
genheden van de gemeente Leeuwarden. Be buurgemeenten hebben alle
medewerking gegeven voor het bijeen brengen van het benodigde
cij fermateriaal
Bezien wordt thans, welke bestuurlijke consequenties uit dit voor
lopige onderzoek kunnen worden getrokken.
Meer inzicht in deze globaal benaderde materie zal stellig wor
den verkregen middels het meer diepgaande onderzoek, dat zal wor
den ingesteld in het kader van de door de afdeling Friesland van
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan deze Vereniging ver
strekte opdracht om een studie te maken van de maatschappelijke
en bestuurlijke ontwikkeling in Friesland.
Het is bijzonder teleurstellend te hebben moeten vernemen, dat de
Minister van Binnenlandse Zaken aan de Afdeling Friesland van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft bericht, dat het hem,
gezien de hem voor 1971 en de, - naar zich laat aanzien - voor de
eerstkomende jaren ter beschikking staande middelen niet mogelijk
zal zijn voor de tot standlcoming van dit advies een enigszins sub
stantiële tegemoetkoming toe te zeggen. Be Minister vermeldt daar
bij, dat zijn beslissing mede beïnvloed is door het standpunt van
Gedeputeerde Staten van Friesland, - aan wie het verzoek om sub
sidie om advies werd toegezonden - dat een dergelijk onderzoek
niet strikt noodzakelijk lean worden geacht.