f
f
f
j
0,06
0,60
1,—
10,—
f 1,60
16,—
0,07
f 0,70
f 0,75
f 7,50
4. het innemen van oen ligplaats net kano's en roei
boten, wanneer het verblijf binnen de gemeente
een termijn van 14 - al dan niet achtereenvolgende
dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat,
per stuk en per jaar
3. vaartuigen, rechtstreeks in gebruik voor de gemeen
tedienst;
4. baggermachines en vaartuigen, die daarbij gebezigd
worden voor het vervoer van de baggerspecie, gedu
rende do tijd, dat zij binnen de gemeente werken;
5. boten, behorende bij vaartuigen;
f 20,—
70,—
- 2 -
Belastinggrondslag.
Artikel 4«
1. Behoudens hot bepaalde in artikel 6, sub 3, sub 4, en sub 5, is de
grondslag voor het havengeld de in m3 uitgedrukte maximum toelaatbare
waterverplaatsing van het vaartuig en ten aanzien van zeeschepen de
in mp xiitgedrukto noxto-inhoud.
2. Als maximum toelaatbare wutorverplaatsing van een vaartuig wordt aan
genomen, die volgons do geldige meetbrief.
3. Als netto-inhoud van zeeschepen wordt aangenomen die volgens de gel
dige meetbrief of buitenlandse meetbrief, indien deze aanspraak geeft
op vrijstelling van meting hier te lande.
4. Bij gebreke van een geldige meetbrief of daarmede gelijk te stellen
document of bij weigering om zulk een stuk te tonen wordt de water-
verplaatsing c.q. netto-inhoud van het vaartuig door de met de inning
van hot havengeld belaste ambtenaar geschat.
Tarieftoepassing.
Artikel 5-
Bij do toepassing van do tarieven worden onderdelen van tijdvakken
en eenheden, voor een geheel gerekend.
Belastingtarief.
Artikel 6,
Hot havengeld bedraagt voor:
uChopen, bestemd voor vervoer van goederen, sleepboten, kranen,
bok-.en, baggernolenszandzuigers en dergelijke drijvende werktuigen:
bij een verblijf van ten hoogste 14 achtereenvolgende
dagen per m3
mot een minimum van
b. bij abonnement, voor een kalenderkwartaal,
por n3
mot een minimum van
c. bij abonnement, voor oen kalonderhalfjaar,
por n3
net een minimum van
d. bij abonnement, voor een kalenderjaar,
per n3
mot een minimum van
en d, wordt met
liet havengeld genoemd onder a, b,
respectievelijk 0,01, 0,15, 0,20 en 0,30 per
n3 verhoogd voor schepen, die tijdens hun verblijf in
de gemeente worden gebruikt voor opslag van goederen;
2. schepen, die worden gebezigd voor personenvervoer
togen betaling van oen bepaald tarief:
a. bij een verblijf van ton hoogste 14 achtereen
volgende dagen, por m3
met een minimum van
b. bij abonnement, voor een kalenderkwartaal,
per n3
een minimum van
voor een kalonderhalfjaar,
d.
mot
bij abonnement,
por m3
net oen minimum
bij abonnement,
por n5
met oen minimum van
van
voor een kalenderjaar,
-O
0,65
6,50
1,10
11,—
1,85
f 18,50
- 3 -
3. het innemen van een ligplaats met zeiljachten of
motorjachten, wanneer hot verblijf binnen de ge
meente een termijn van 14 - al dan niet achtereen
volgende - dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te
boven gaat,
por stuk per kwartaal
per stuk per jaar
5. het innemen van een ligplaats met woonschepen,
wanneer het verblijf binnen de gemeente een ter
mijn van 14 - al dan niet achtereenvolgende -
dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat:
a. voorzover de lengte van het woonschip niet
meer bedraagt dan 15 motor, por week 1,70
b. bij een grotere lengte dan 15 meter 1,70
verhoogd met 0,20 voor iedere meter boven
15 meter.
Artikel 7»
Voor vaartuigen, die vallen onder de bepalingen
van artikel 6, sub 1 en sub 2, en waarvoor geen abonne
ment is genomen, wordt het havengeld bij voortgezet
verblijf binnen de gemeente elke 14 achtereenvolgende
dagen opnieuw geheven.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toe
passing indien hot voortgezette verblijf het gevolg
is van het gestremd zijn van de scheepvaart tengevolge
van ijs of andere redenen van overmacht, mits in dat
geval het vaartuig niet als lichter of anderszins voor
tijdelijke opslag van goederen wordt gebezigd.
Vrijstellingen.
Artikel 8
Geen havengeld wordt geheven voor:
1. vaartuigen op doorvaart, die aanleggen, mits niet
langer dan 24 uur, zon- en feestdagen niet meege
rekend, en mits zij niet laden of lossen;
2. vaartuigen, die aan of op een der scheepswerven
in aanbouw zijn of worden hersteld, mits vooraf
van het voornemen tot do herstelling alsmede van
de afloop der werkzaamheden schriftelijk aan do
directeur van het Markt- Haven- en Slachthuisbedrijf
kennis is gegeven;
6. Rode Kruis- en Hospitaalschcpen.
9,—