Vaststellen van het kostenbedrag, als bedoeld in art. 88, 1e lid van de be op het Voortgezet Onderwijs, voor de Gemeentelijke Opleidingsschool voor kleuterleidsters over het jaar 1969. Bijlage nr. 43^. Leeuwarden, 8 december 1971* Aan de Gemeenteraad. Ingevolge art. 08, 1e lid van de het op het Voortgezet Onderwijs moet de Gemeenteraad voorlopig vaststellen: a. het bedrag, dat in 1969 is uitgegeven terzake van de exploitatiekosten voor de Gemeentelijke Opleidingsschool voor kleuterleidsters; b. het bedrag, dat door hot Rijk in 1969 voor deze school beschikbaar is ge steld. Deze vaststelling is niet zozeer van belang voor het openbaar onderwijs, doch wel voor het bijzonder onderwijs, aangezien ingevolge art. 88, 2e lid van genoemde wet, de gemeente om de vijf jaar moet bepalen; 1. de som dor bedragen, bedoeld onder a, over de vijf voorafgaande jaren; 2. de som dei" bedragen, bedoeld onder b, over de vijf voorafgaande jaren; 3. indien de som, bedoeld onder 1, de som bedoeld onder 2 overschrijdt, het bedrag der overschrijding, gedeeld door het gemiddelde van de aantallen leerlingen van de gemeentelijke school over de voorafgaande vijf jaren. Ingevolge art. 89 van de het op het Voortgezet Onderwijs moet de gemeen te aan de overeenkomstige bijzondere school in de gemeente een bedrag uitke ren, gelijk aan het overschrijdingsbedrag, vermenigvuldigd met het gemiddelde van dc aantallen leerlingen van de overeenkomstige bijzondere school over het desbetreffende tijdvak van vijf jaren. De exploitatiekostenvergoeding, welke door het Rijk voor de in dit voor stel genoemde school aan do Gemeente wordt betaald, bestaat uit; a. een bedrag per school; b. een bedrag per klasse; c. een bedrag per leerling. levens is een bedrag vastgesteld voor de bestrijding van de administra tiekosten. Blijkens van het Ministerie van Onderwijs en hetenschappen ver kregen inlichtingen wordt dit bedrag uitgekeerd ter bestrijding van de kosten van de werkzaamheden, welke op de gemeentesecretarie worden verricht. Deze vergoeding moet derhalve bij de voorlopige vaststelling van het bedrag, dat door het rijk voor de exploitatie van de school aan de gemeente wordt betaald, buiten beschouwing worden gelaten. Op grond van het bovenstaande geven wij U in overv/eging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp Burgemeester en bethouders van Leeuwarden, G.S. BrandsmaBurgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 287