Aanleggen van een gedeelte van de noord
wegenvierkant om de binnenstad.
- en van de oosttangent van het
Bijlage no. 368 c
Leeuwardens 6 oktober 1971
Aan de Gemeenteraad.
Op 9 maart 1970 besloot tot het verbreden en verbeteren van de
Groeneweg en een gedeelte van de Eieuweburen, alsmede tot het maken van
een aansluiting van deze weg op de Foorderweg via de WissesdwingerDeze
v/erken zijn thans in uitvoering. De hiervoor ontworpen plannen zijn ge
baseerd op het zgn. tangentiale systeem, voortvloeiende uit de destijds
door het Ingenieursbureau voor Verkeerskunde te Den Haag gemaakte studie
met betrekking tot de opbuuw van het hoofdwegennet in onze gemeente.
Met het resultaat van deze studie hebt U zich op 24 juni 1968 kunnen ver
enigen en ons gemachtigd tot een nadere uitwerking van een en ander over
te gaan.
Vij kunnen thans aan U ter vaststelling voorleggen de door de direc
teur der Openbare Werken ontworpen plannen voor het aanleggen van het res
terende gedeelte van de noordtangent en van een noordelijk gedeelte van
de oosttangent van het wegenvierkant om de binnenstad. Deze plannen omvat
ten de weggedeelten, gelegen tussen de Vijzelstraat en de Tuinen. Op de
bij de stukken gevoegde tekeningen no.s B.58.O4 A, B.58.05A en B»58.06
zijn de plannen nader uitgewerkt. Wij mogen U kortheidshalve naar deze
tekeningen verwijzen.
Te Uwer oriëntatie vermelden wij voorts nog het volgende.
In het plan zijn de rijwielpaden en de rijwegen voor het overige ver
keer op de verschillende kruisingen gescheiden gehouden» Het verkeer op de
kruispunten Foorderweg/Voorstreek en Hoorderweg/Hoeksterend zal met ver
keerslichten worden geregeld. Deze verkeerslichten zullen t.z.t. kunnen
worden gekoppeld aan de installatie op het kruispunt Groningerstraatii/eg/
BIeeklaanc
De verbreding van de ïïoorderweg zal plaats hebben in noordelijke rich
ting. en wel ten koste van een strook van het aangrenzende plantsoen en
van een gedeelte van de stadsgracht langs de HoekstersingelDe gracht zal
ter plaatse worden versmald tot 16 a, In verband hiermede zal tussen
de Arendsbrug en de Hoekstersingel een nieuwe walmuur worden aangebracht.
De Hoeksterpoortsbrug zal zowel aan de noord- als aan de zuidzijde moeten
worden verbreed. Omdat bovendien de sterkte van de huidige brug niet meer
aan do huidige eisen voldoet, dient een geheel nieuwe vaste brug te wor
den gebouwd. Het water tussen de Koeksterpijp en de Arendsbrug zal geheel
worden overkluisd. Hiervoor is een betonnen koker ontworpen met een door-
vaarthoogte van 1.65 m en een doorvaartbreedte van 4«75 m, De Arendsbrug
voldoet evenmin aan de sterkte-eisen, zodat ook deze brug moet worden ge
sloopt. De betonnen koker zal derhalve tot de noorderstadsgracht worden
doorgetrokken. De Hoeksterpijp kan worden gehandhaafd» Ten zuiden van de
Hoelcsterpoortsbrug wordt langs de westzijde van de stadsgracht een nieuwe
walmuur aangebracht. Het parkeerterrein op de hoek van het Hoelcsterend en het
Hoeksterpad dient aan de nieuwe situatie te worden aangepast en krijgt een
capaciteit van ca. 100 plaatsen.
De rijwegen van de oostelijke tangent zijn gescheiden door een 2.50 m
brede middenberm. In de Foorderweg is de middenberm vervangen door een
scheidingsstreep van 0,50 m. Op deze wijze kan een ten noorden van deze
weg staande boom worden gespaard. Ten zuiden van de kazerne zullen de rij
banen in de toekomst ter weerszijden van de stadsgracht worden geleid.
Eet thans voorliggende plan beperkt zich tot het aanleggen van de weste
lijke rijbaan tot aan de Tuinen.