emm Nr. 14895» DE RAAD DDR GEMEENTE LEEUWARDER gelezen een op 14 oktober 1971 ingekomen verzoek van het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Leeuwarden om medewerking, als bedoeld in artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920, voor de aanschaf fing van een bandrecorder, een papiersnijmachine en drie klassebureau stoelen ten behoeve van de onder zijn bestuur staande Sint Gerardus- schoolBuorren 14» Vijtgaard; overwegende, dat het verzoek voldoet aan de in artikel 73 der Lager-onderwijswet 1920 gestelde eisen; dat door inwilliging hiervan de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden; gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders dd. 27 oktober 1971 (bijlage nr. 385); BESLUIT de gevraagde medewerking te verlenen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzi t ter. Secretaris. !V® "tywUnl—uIBffliiTHWr Delegatie van de bevoegdheid tot het beoordelen en beslissen of vanwege de gemeente een rechtsgeding zal worden gevoerd. Bijlage nr. 386. Leeuwarden, 27 oktober 1971» Aan de Gemeenteraad. Sinds enige tijd neemt het aantal onwillige debiteuren van de gemeente Leeuwarden een verontrustende omvang aan. In de periode van 5 februari tot 5 september 1971 groeide dit aantal tot 37 met een gezamenlijke schuld van 5o27,07. De schulden vloeien o.a. voort uit toegebrachte schade aan gemeente eigendommen, geleverde energie, ziekenhuisverplegingetc. Ondanks herhaalde aanmaningen blijven deze debiteuren in gebreke. Wij zijn van oordeel, dat passende juridische maatregelen dienen te worden genomen om deze schulden te innen. Hiertoe behoort onvermijdelijk het voeren van rechtsgedingen. Ingevolge artikel 177, eerste lid van cie gemeentewet, berust de be voegdheid tot het beoordelen en het beslissen of vanwege de gemeente een rechtsgeding zal worden gevoerd bij de raad. Dit betekent dat wij ons regel matig met voorstellen tot het voeren van rechtsgedingen tot de raad zouden moeten wenden. Teneinde te voorkomen U telkenmale te belasten met zaken van betrekke lijk gering belang en om snel en slagvaardig te kunnen optreden tegen on willige debiteuren stellen wij U voor gebruik te maken van de in artikel 212 der gemeentewet geboden mogelijkheid om de bevoegdheid tot het beoordelen en het beslissen of vanwege de gemeente een rechtsgeding zal worden gevoerd onder bepaalde voorwaarden aan ons te delegeren. Wij zijn van mening dat tot deze zaken dienen te worden gerecend alle vorderingen waarvan de hoofdsom maximaal 2.500,-- bedraagt. V/ij merken op, dat in verschillende gemeenten de bevoegdheid tot het beoordelen en beslissen of vanwege de gemeente een rechtsgeding zal worden gevoerd is gedelegeerd aan burgemeester en wethouders. Een fotokopie van het desbetreffende delegatiebesluit van de raad van de gemeente Groningen is voor U ter inzage gelegd. Ten aanzien van de financiële consequenties van ons voornemen om tegen een aantal onwillige debiteuren op te treden door middel van rechtsgedingen merken wij op, dat het in veel gevallen kantongerechtsprocedures zal betref fen, waarbij procureurstelling niet is vereist. Wij verwachten dan ook dat de aan de procedure verbonden kosten beperkt zullen blijven. Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsrna, Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 70