Intrekking van het uitbreidingsplan in onderdelen "'t AldlÊn" en het bij de
Kroon ingestelde beroep tegen de gedeeltelijke onthouding van goedkeuring
aan dit plan.
de Jong
Secretaris
het bestuur zendt binnen drie maanden na afloop van elk boekjaar
de balans en exploitatierekening in bij Burgemeester en Wethou
ders
al hetgeen door de gemeente terzake van de verleende garantie
mocht worden betaald blijft als schuld op de vereniging rusten;
over het bedrag dezer schuld wordt, totdat zij is afgelost, jaar
jaarlijks op 31 december rente op rente bijgeschreven, berekend
naar hetzelfde percentage als geldt voor de geldlening;
wijst de verlies- en winstrekening van de vereniging over enig
jaar een winstsaldo aan, dan zal de vereniging ter voldoening
van een schuld als bedoeld onder 7 aan de gemeente betalen een
bedrag gelijk aan die schuld, of, zo deze hoger is dan het winst
saldo, tot het bedrag van het winstsaldo;
de vereniging is verplicht de aan de geldlening en de aan de
garantieovereenkomst verbonden voorwaarden stipt na te komen;
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garan
tieovereenkomst bedoelde geldlening niet geheel zal zijn afge
lost, zo nodig nadere voorwaarden te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Bijlage no. 395. Leeuwarden, 27 oktober 97'.
Aan de Gemeenteraad.
Bij raadsbesluit van 17 december 1963» n015708, werd voor het gebied
begrensd door Nieuwe Potmarge, Schrans, Verlengde Schrans, van Harinxmakanaal
en De Greunshet uitbreidingsplan in onderdelen "'AldlAn" vastgesteld.
Gedeputeerde Staten keurden bij hun besluit d.d. 29 januari 1965»
afd. 1, no. 5, het plan gedeeltelijk goed.
Tegen de gedeeltelijke onthouding van goedkeuring stelde U bij brief
van 3 maart 1965V.O.W./3386, beroep in bij de Kroon.
De Kroon heeft op het ingestelde beroep nog niet beslist; het uitbrei
dingsplan heeft derhalve nog geen rechtskracht.
Inmiddels zijn voor het bovenomschreven gebied nieuwe bestemmingsplannen
in voorbereiding genomen, t.w. "Huizum-Oost"Aldl£n-Westen "Aldl£n-0ost"
waarin de huidige stedebouwkundige inzichten zijn verwerkt. De nieuwe plannen
- vooral "Aldl£n-Westen "Aldl&n-Oost" - vertonen een geheel andere opzet
dan het bestemmingsplan "'t AldlSn".
Omtrent beide laatstgenoemde plannen is reeds overleg ex artikel 8 van
het Besluit op de Ruimtelijke Ordening gevoerd. Wij hebben goede hoop IJ begin
1972 deze plannen ter vaststelling te kunnen aanbieden.
Uit het vorenstaande wordt duidelijk, dat het bestemmingsplan "'t Aldldn"
geen basis meer zal kunnen vormen voor de stadsuitbreiding in het betrokken
gebied
Het afwachten van de Kroon-beslissing op het ingestelde beroep, na het
afkomen waarvan het bestemmingsplan - geheel of gedeeltelijk - rechtskracht
zal verkrijgen, heeft dan ook geen zin.
Het verdient derhalve aanbeveling het achterhaalde plan "'t AldlSn"
in te trekken.
Het besluit tot intrekking van een bestemmingsplan wordt eerst van
kracht, nadat dit door Gedeputeerde Staten van Friesland is goedgekeurd.
Uiteraard ontvalt door het effectief worden van het intrekkingsbesluit
de grond aan het ingestelde beroep tegen het besluit tot gedeeltelijke ont
houding van goedkeuring aan het plan.
Wij stellen U voor over te gaan tot intrekking van:
a. het raadsbesluit tot vaststelling van het uitbreidingsplan in onderdelen
"'t Aldl&n";
b. het bij de Kroon ingestelde beroep tegen de gedeeltelijke onthouding van
goedkeuring aan dit plan, onmiddellijk nadat het intrekkingsbesluit is
goedgekeurd
zulks door vaststelling van een besluit, zoals hierna in concept is afgedrukt.
Tenslotte delen wij U mede, dat de commissie voor de Ruimtelijke Ordening
zich met dit voorstel kan verenigen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.