- 55 - denkt de dienst dan te voorkomen, dat gevallen ontstaan, waar de ge schiktheid door de dienst is vast gesteld voor een vorm van voortge zet onderwijs, maar waar de prac- tische vaardigheid mankeert? Is in dit laatste geval het ophef fen van een goedkope regeling niet een overhaaste zaak, die B. en W. moeten tegengaan? 3. Zijn er vergelijkingscijfers van andere gemeenten, waaruit zou blijken, dat het opheffen van de goedkope toelatingsexamens (school vorderingentests) en het vervangen door de diensten van de schoolad viesdienst een verhoging van de rentabiliteit geeft? 4. Is het juist dat er plannen zijn de schoolvorderingentest in de na bije toekomst af te schaffen en te vervangen door een advies van de Schooladviesdienst? 5. Indien deze plannen bestaan, van wie gaan ze uit en zijn alle onder wijsinrichtingen die daar direct of indirect mee te maken hebben, in deze ontwikkeling gekend? 6. Is het College zich er van bewust, dat, als deze plannen ten uitvoer zouden worden gebracht, dit een vermindering van informatie zou be tekenen, die nodig is voor het be palen van het ivel, of niet geschikt zijn van leerlingen voor het voort gezet onderwijs? 7. Is het College met ons van mening, dat een vermindering van informatie een vergroting van de moeilijkheden op de scholen voor voortgezet onder wijs en een taakverzwaring voor de leraren betekent? 8. Staat het College positief of af wijzend tegenover het afnemen van een schoolvorderingentest als in formatie omtrent de basis-kennis van een leerling naast het advies van de schooladviesdienst? tische vorderingen van de leerlingen vast te stellen. Evenals dat nu reeds voorkomt zullen er ook in de toekomst gevallen kunnen voorkomen, dat er wel sprake is van geschiktheid voor een vorm van voortgezet onderwijs, maar dat de praktische vaardigheid niet volledig aan wezig is. Dit zal vaak het gevolg zijn van een onvolmaakte aansluiting van het lager onderwijs. Overigens wijzen wij er op, dat omtrent de definitieve afschaf fing van de schoolvorderingentest nog geen beslissing is genomen. De hierbedoelde cijfers zijn ons niet bekend. Zie het antwoord op de vragen 1 tot en met 3 De mogelijkheid tot afschaffing van de schoolvorderingentest is in de desbe treffende commissie as,n de orde gesteld. De onderwijsinrichtingen, die hier mee te maken hebben zijn er inmiddels mee op de hoogte gesteld dat afschaffing van de test in overweging is. Afschaffing van de schoolvorderingentest zal ongetwijfeld een vermindering van informatie omtrent de schoolvorderingen inhouden. Of deze informatie noodzake lijk is voor het bepalen van het wel of niet geschikt zijn van de leerlingen voor het voortgezet onderwijs is echter nog de vraag. Er behoeft naar onze mening geen taak verzwaring van de leraren op te treden indien er sprake is van een goede aan sluiting van het lager onderwijs op het voortgezet onderwijs. Wij hebben ons standpunt in dezen nog niet definitief bepaald. Informatie om trent de basis-kennis van de leerlingen zal wellicht ook op andere wijze dan door het afnemen van een schoolvorderin- gentest kunnen worden verkregen. -"■maai

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 59