B. Overig personeel.
artikel 22.
De dagelijkse leiding van de school berust bij een directeur.
De directeur is voor zijn beleid verantwoording verschuldigd aan het
dagelijks bestuur.
artikel 25
De directeur wordt benoemd en ontslagen door het algemeen bestuur. Schorsing
van deze functionaris geschiedt door het dagelijks bestuur, dat van de
schorsing en de redenen, die daartoe hebben geleid, onmiddellijk kennis
geeft aan het algemeen bestuur.
De leraren en het overige personeel worden benoemd, geschorst en ontslagen
door het dagelijks bestuur.
artikel 24.
1. Het algemeen bestuur regelt de bezoldiging van het personeel.
2. De bezoldiging van het personeel vindt, voor zoveel mogelijk, plaats
overeenkomstig de salarisvoorschriften, die van rijkswege ter uitvoering
van de Wet op het Voortgezet onderwijs voor personeel in dienst van avond
scholen voor m.a,vo./m.eaozijn of zullen worden gegeven.
artikel 2$.
Op heb personeel zijn van overeenkomstige toepassing de voorschriften,
gegeven bij algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van het bepaalde
in artikel 392e lid van de V/et op het voortgezet onderwijs (Rechts
positiebesluit V/.V.O.).
artikel 26.
Het algemeen bestuur stelt zonodig voor de directeur, de leraren en het
overig personeel een instructie vast.
VIII. Financiële bepalingen.
A. Algemene bepalingen.
artikel 27.
Het algemeen bestxiur stelt voorschriften vast terzake van'het geldelijk
beheer en de boekhouding van de instelling. In deze voorschriften wordt
een bepaling opgenomen omtrent het verzekeren van de gelden van de instelling
tegen benadeling door het personeel en/of anderen,
Len exemplaar van de voorschriften, alsmede van eventuele wijzigingen
daarin, wordt aan de gemeentebesturen en aan Gedeputeerde Staten gezonden,
artikel 28.
Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
artikel 29.
1De geldelijke en overige administratie wordt verricht door de secretaris
van de gemeente Leeuwarden.
2. Zij, die belast zijn met de financiële administratie, geven de leden
van het dagelijks bestuur, de secretaris en de directeur alle gewenste
inlichtingen betreffende de financiën van de instelling.
3' De gemeente Leeuwarden ontvangt voor werkzaamheden en kosten, voort
vloeiende uit de onder 1 genoemde taken, een vergoeding van de instelling
op basis van de werkelijke kosten.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden zenden voor 1 maart na afloop
van ieder kalenderjaar een opgaaf van deze kosten aan het dagelijks bestuur.
Begroting.
artikel 30»
Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks, na overleg met de directeur, een
ontwerp van de begroting van de instelling voor het volgend boekjaar op
en dient het ontwerp met een memorie van toelichting voor 1 februari bij
het algemeen bestuur in. Het dagelijks bestuur zendt dit ontwerp gelijk
tijdig aan de gemeentebesturen.
Het algemeen bestuur stelt de begroting voor 1 juni daaropvolgend vast.
Het model van de begroting is voor zoveel mogelijk gelijk aan dat, vast
gesteld door de Minister van Onderwijs en V/et ens chappen ter uitvoering
van artikel 106 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. De begroting wordt
daarna terstond ter goedkeuring ingezonden aan Gedeputeerde Staten.
Een afschrift van de begroting wordt toegezonden aan de besturen van de
deelnemende gemeenten.
C. Rekening en verantwoording.
artikel 31
Het dagelijks bestuur doet voor 1 maart aan het algemeen bestuur rekening
en verantwoording over het afgelopen boekjaar onder overlegging van de
daarbij behorende bescheiden.
Het algemeen bestuur stelt de rekening voorlopig vast vóór 1 april daar
opvolgend. Het model van de rekening en verantwoording is voor zoveel
mogelijk gelijk aan dat, vastgesteld door de Minister van Onderwijs en
V/etenschappen ter uitvoering van artikel 106 van de V/et op het Voortgezet
Onderwijs. De aldus voorlopig vastgestelde rekening wordt daarna terstond
ter vaststelling ingezonden aan Gedeputeerde Staten.
Het dagelijks bestuur doet van deze voorlopige vaststelling, ond'er toe
zending van een exemplaar van de rekening, mededeling aan de besturen
van de deelnemende gemeenten.
De definitieve vaststelling van de rekening en verantwoording, strekt,
voor zover het de daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft, het
dagelijks bestuur tot ontlasting, behoudens later in rechte gebleken
valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden.
artikel 32.
De regeling in artikel 27 geeft aan de wijze, waarop de controle op het
geldelijk beheer en de boekhouding van de instelling wordt uitgeoefend.
Deze controle dient ten minste eenmaal per kwartaal te .geschieden. Het
dagelijks bestuur zendt binnen twee weken na ontvangst van het controle
rapport één exemplaar van dit verslag aan de gemeentebesturen en aan
Gedeputeerde Staten.
Gedeputeerde Staten kunnen te allen tijde opneming van kas en boeken
van hunnentwege gelasten.