j*" jKonw«sar
Vorderen van een ontbinding van de pachtovereenkomsten m.b.t. een aantal percelen,
gelegen in het plan "Camminghaburen" en het plan "Recreatiegebied Kalverdijkje".
Bijlage no. 291. Leeuwarden, 13 september 1972.
Aan de Gemeenteraad.
Op 31 januari 1972 besloot IJ tot het bouwrypmalcen van het noordelijk gedeelte
van het toekomstige woongebied "Cammingha/buren"Re opspuiting van het betreffen
de gebied is spoedig daarna begonnen.
Binnen het in bewerking zynde gebied zijn evenwel enkele percelen gelegen,
welke nog zyn verpacht en wel aan de heren B. Peenstra en J.M. Bottema, beiden
wonende te Leeuwarden.
liet genoemde pachters zijn reeds langdurige onderhandelingen gevoerd omtrent
het ontbinden van de pachtovereenkomsten m.b.t. alle door hen van de gemeente
gepachte, binnen het vastgestelde bestemmingsplan "Recreatiegebied Kalverdijkje"
en het in voorbereiding zynde bestemmingsplan "Camminghaburen" gelegen percelen,
doch deze hebben tot nu toe niet het gewenste resultaat opgeleverd. Re onderhan
delingen worden echter voortgezet en wy hopen, dat deze binnenkort toch nog op
een bevredigende wijze zullen kunnen worden afgerond. Re bedoelde percelen zijn op
de ter inzage gelegde tekening respectievelijk groen en roodgekleurd aangegeven.
Het lijkt ons niettemin noodzakelyk, dat de nodige voorbereidingen worden
getroffen om, zo dit onverhoopt nodig mocht blijken, tot een- ontbinding van de
pachtovereenkomsten door de pachtkamer te komen.
Art. 51 van de Pachtwet schept daartoe de mogelijkheid, indien de verpachter
het verpachte wil bestemmen voor niet tot de landbouw betrekkelijke doeleinden en
indien die bestemming in overeenstemming is met het algemeen belang.
Op grond van hot vorenstaande en onder mededeling, dat do Commissie voor hot
Grondbedrijf blijkens haar mede ter inzage gelegde advies hiermede kan instemmen,
stcllan wij U voor te besluiten overeenkomstig het.hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
do Jong
Secretaris.