5 -
C. Artikel 43 punt k, wordt ais volgt gewijzigd:
k. een bij een oengezinshuin behorende vrijstaande bergplaats voor
huishoudelijke doeleinden, met een grotere oppervlakte dan 9 m^
of een grotere hoogte dan 2,5 m boven de gemiddelde hoogte van
het terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw.
D. Artikel 48, punt m, wordt ais volgt gewijzigd:
m. bijgebouwen, andere dan bedoeld onder j. en k. waarvan de goot of
boeiinghoogte niet hoger dan 5 m is boven de gemiddelde hoogte van
het terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw;
Artikel XVII.
Het opschrift en de inhoud van artikel 49 worden als volgt gewijzigd;
Artikel 49. Erf bij tot bewoning bestemde gebouwen.
1Bij een tot bewoning bestemd gebouw moet een erf aanwezig zijn dat
tenminste een strook grond omvat die;
a. vanuit het gebouw toegankelijk is;
b. over de volle breedte van het gebouw aansluit aan do achtergevel;
c. voor wat betreft liet achter het gebouw gelegen deel dat is begre
pen tussen het verlengde van de zijgevels, een diepte heeft van
tenminste 4 171
2. Be maat genoemd in lid 1 wordt gemeten haaks op de achtergevelrooi
lijn, vanuit het verst achterwaarts gelegen deel van het gebouw.
Baarbij blijven de onderdelen van dat gebouw, bedoeld in artikel 47,
alsmede balkons en veranda's buiten beschouwing.
5» Vrijstelling kan worden verleend:
a. voor wat de aanwezigheid van het erf betreft, indien de gelijk-
straats gelegen bouwlaag van het gebouw niet is bestemd tot bewo
ning of tot bij woningen behorende bergplaatsen;
b. van het bepaalde in lid 1, onder a, indien het erf deel uitmaakt
van een gemeenschappelijke tuin en de benedenwoningen beschikken
over oen open ruimte die tenminste dezelfde oppervlakte heeft als
de balkons bedoeld in artikel 77, lid 1;
c. van het bepaalde in lid 1 onder b en c, indien:
1. een gunstige andere indeling van het erf aanwezig is;
2. het gebouw zal zijn gelegen op een terrein waarvan twee tegen
over elkaar liggende zijden grenzen aa.n wegen, aan een weg en
oen opencaar wateraan enn weg on een spoorweg of aan een weg
en een plantsoen en welk terrein slechts aan één van die twee
zijden mag worden bebouwd, een en ander mits een erf van rede
lijke afmetingen aanwezig is.
Artikel XVIII.
Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:
1Het bij een eengezinshuis behorende erf mag, voorzover het achter
dat huis is gelegen, slechts zijn bebouwd met:
a. een bergplaats voor huishoudelijke doeleinden met geen grotere in
wendige oppervlakte dan 9 m^ en geen grotere uitwendige hoogte
dan 2,5 n;