i
- 28 -
Artikel LXXV.
A. In artikel 138, lid 1, punt b worden de woorden "artikel 133, lid 2",
vervangen door de woorden artikel 130, lid 2".
B. Artikel 138, lid 1, onder e, wordt als volgt gewijzigd:
e. een aansluitpunt voor een tappunt nabij de in artikel 130, lid 2, be
doelde plaats in de keuken;
O» Aan artikel 138, lid 1, wordt een punt f toegevoegd, luidende:
feen aansluitpunt voor een tappunt nabij de in artikel 132, leden 2
en 3, bedoelde plaatsen in een woning.
Artikel LXXVI.
In artikel 142, lid 3, worden de woorden "tot bewoning bestemde gebouwen
met bijzondere bestemming" vervangen door de woorden "bijzondere woonge
bouwen"
Artikel LXXVII.
Artikel 143, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
1Be installatie voor gedistribueerd gas moet in woningen tenminste om-
vatton:
a. een aansluitgelegenheid voor een kooktoestel in een keuken;
b. een aansluitgelegenheid voor een warnwatertoestel in een keuken;
c. een aansluitgelegenheid voor een warmwatertoestel in éten badruimte
indien deze ruimte een inhoud heeft van meer dan 7 m3
d. een aansluitgelegenheid voor een gasverwarmingstoestel bij elk
stookgat;
e. de nodige leidingen ten behoeve van de onder a t/m d vereiste aan-
sluitgelegenheden vanaf de plaats van de gasmeter.
Met van toepassing is het bepaalde onder d indien een voldoende cen
trale verwarmingsinrichting aanwezig is.
2. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1, onder b
en c, indien de warmwatervoorziening vanuit een andere ruimte of van
uit een centraalpunt geschiedt.
Artikel LXXVIII.
Artikel 148 wordt als volgt gewijzigd:
1Be eloctriciteitsinstallatie van een woning of een wooneenheid moet
tenminste omvatten:
a. een aansluitpunt voor een lamp met schakelaar, elk op de daartoe
meest geschikte plaats in elke kamer, in elke keuken, in elke bij
keuken, in elke badruimte, in elk privaat, op de zolder en in de
kelder. Be schakelaar voor de lamp in de badruimte mag ook buiten
de badruimte nabij de toegang daarvan zijn aangebracht.
b. een aansluitpunt voor een lamp ten dienste van de tot woning of de
wooneenheid behorende bergplaats en/of garage, indien deze in het
zelfde gebouw zijn gelegen of zijn aangebouwd, met schakelaar(s
nabij de toegang tot die bergplaats en/of garage, met dien ver
stande, dat de daarbij behorende leidingen mogen zijn verbonden
met oen schakel- en verdeelinrichting in een gemeenschappelijke
meterkast