Op grond van de nieuwe wettelijke bepalingen berusten een aantal be
voegdheden bij Burgemeester en Wethouders. Deze bevoegdheden kunnen, indien
de belastingverordening dit toestaat, door Burgemeester en Wethouders aan
een of meer gemeente-ambtenaren worden overgedragen.
Aangezien wij voornemens zijn enkele bevoegdheden te delegeren aan de
Controleur der Gemeentebelastingen (toepassing hardheidsclausule en onin
baarverklaring) is in artikel 15 van de nieuwe verordening een bepaling op
genomen die dit mogelijk maakt.
In verband met het aanzienlijk aantal wijzigingen hebben wij een ge
heel nieuwe verordening ontworpen.
Van de Coöperatieve Vereniging Friese Uitvaart Verzorging is een
brief ingekomen waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de voorgestelde tariefs
verhogingen. Wij merken hierbij op, dat dit bezwaar werd ingediend naar
aanleiding van een bespreking op 24 augustus 1973 die enkele leden van ons
College met vertegenwoordigers van een aantal uitvaartverenigingen hebben
gevoerd.
In de bespreking zijn onzerzijds de aan de Raad voor te'stéllen nieuwe ta*-
rieven genoemd, met dien verstande, dat toen wat de uitgifte van graven be
treft, alleen is gesproken over bedragen die in eens zouden moeten
worden voldaan 970,voor een graf op de 2e afdeling voor 20 jaar enz.).
Mede naar aanleiding van genoemde bespreking is ons voorstel inmiddels in
zoverre aangepast, dat een deel van de verschuldigde rechten ook in de
vorm van 20 respectievelijk AO jaarlijkse onderhoudstermijnen kan worden
voldaan.
Wij zijn op grond van de financiële overwegingen van mening, dat de
brief van de Coöperatieve Vereniging Friese Uitvaart Verzorging geen
aanleiding is U een ander voorstel te doen. De brief ligt ter inzage.
In verband met de komende ingebruikneming van het nieuwe gedeelte van
de Noorderbegraafplaats zal de verordening op de Noorderbegraafplaats (de
z.g. beheersverordening) moeten worden a,angepast. Deze wijziging is o.m.
noodzakelijk in verband met de vraag of de klasse-indeling moet worden ge
handhaafd. Verder zal dan de vraag aan de orde komen of de uitgifteduur
op 20 en 40 jaren moet worden gehandhaafd en ook of de termijn van
uitgifte op een nog kortere duur moet worden gesteld.
In verband met (eventuele) wijzigingen wat betreft uitgiftetermijnen
en klasseindeling zal dan ook de verordening op de heffing en 'invordering
van begrafenisrechten moeten worden aangepast.
Wij stellen U voor te besluiten tot het vaststellen van een verordening
op de heffing en invordering van begrafenisrechten overeenkomstig het hier
bij gevoegde ontwerp.
De Commissie voor de Financiën is gehoord over de voorgestelde tariefs
verhogingen. Het verslag van de vergadering van de Commissie van 10 oktober
1973 ligt ter inzage.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.
No. 12977-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
18 oktober 1973 (bijlage no. 297);
gelet op de bepalingen van de Wet op de lijkbezorging en
van de gemeentewet;
BESLUIT s
vast te stellen de volgende
Verordening op de heffing en invordering
van begrafenisrechten.
Belastbaar feit.
Artikel 1
Onder de naam van begrafenisrechten worden rechten geheven terzake
van het begraven van lijken en het bijzetten van asbussen op de algemene
begraafplaatsen, het gebruik van die begraafplaatsen, alsmede van de
diensten welke in verband daarmede door de Gemeente worden verleend.
Belasting-plicht
Artikel 2.
1Behoudens het bepaalde in het tweede lid, is belastingplichtige
de aanvrager van de in'deze verordening omschreven bevoegdheden en
diensten, dan wel degene, die van deze bevoegdheden en/of diensten
gebruik'maakt, met dien verstande dat, indien meerdere personen^
belastingplichtig zijn, ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk is
voor het gehele bedrag en betaling door de een de aansprakelijkheid
van de ander opheft.
2. Voor de rechten genoemd in artikel 3 en 4 van deze verordening is
belastingplichtige degene, die het uitsluitend recht als bedoeld
in artikel 3 verkrijgt»
Belastingtarief.
Uitgifte graven.
Artikel 3»
I. Het recht bedraagt
1voor het verkrijgen van het uitsluitend recht om in een bepaald
graf lijken te doen begraven of asbussen te doen bijzetten of
tot het doen bijzetten van asbussen in een aangewezen gedeelte
van de algemene begraafplaats, uiterlijk tot het tijdstip waarop
de begraafplaats geheel of gedeeltelijk gesloten wordt
verklaards