2 - Hierdoor is bereikt, dat overal dezelfde hoogte is of wordt aangehou den, hetgeen uiteraard ook de bedoeling van de voorschriften is. Het argument, dat in het bestemmingsplan en de goedgekeurde bouwaanvraag het vloerpeil niet zou zijn vermeld doet in dit geval niet ter zake, ornaat aan de bouwvergunning juist de voorwaarde is verbonden, dat de direkteur van het Bouw- en Woningtoezicht het peil moet aangeven. Overigens kan uit het bouwplan zeker het vloerpeil t.o.v. de weg wor den afgeleid. De heer Witteveen voert verder aan, dat hij kan voldoen aan de dakrandhooguedie is aangegeven op de goedgekeurde tekening. Deze hoogte bedraagt blijkens deze tekening plm 3.20 m., gemeten vanaf het op de tekening aangegeven bouwterrein. De hoogte van het terrein was op het bouwplan aangegeven als 0.20 m. boven de weg. Hierdoor kan dus het vloerpeil t.o.v. de straat worden bepaald. Wanneer de heer Witte veen nu beweert aan de dakrandhoogte te kunnen voldoen, dan betekent dit slechts dat de woning op zich niet hoger dan 3-20 m. wordt, maar niet dat hij onder de maximum hoogte t.o.v. de weg blijft. De heer Witteveen merkt op, dat de weg haast 1 m. oploopt. Dit is nieu juist. De weg, waaraan gebouwd wordt, t.w. Nieuw Rapenburg, loopt in het geheel niet op. Hij doelt hier echter op de oprit naar het bruggetje over de Wirdumervaartdat schuin achter zijn woning is gelegen, welke oprit inderdaac. 0./- cm oploopt. Uiteraard bouwt hij niet aan deze oprit, doch aan Nieuw Rapenburg. Dit argument i s dan ook niet steekhoudend, ad b (bepalen peil) Met betrekking tor het door de heer Witteveen zelfstandig aannemen van een bepaald peil kan het volgende worden opgemerkt. De heer Witteveen beweert, dat tijdens een onderhoud met de direk teur Bouw- en Woningtoezicht de hoogte wel degelijk door genoemde funk- tionaris zou zijn vastgesteld. Hij verzuimt evenwel te vermelden, dat tijdens dit onderhoud, waarbij de heer Witteveen mededeelde, dat de keldervloer boven de hoogste waterstand in de Wirdumervaart zou komen te liggen, dat de direkteur bouw- en Woningtoezicht hem erop gewezen heeft, dat dit een afwijking van het bouwplan zou betekenen, waarvoor toestem ming van het college van Burgemeester en Wethouders is vereist. Wanneer deze toestemming niet was verkregen moest de keldervloer volgens het goedgekeurde bouwplan worden aangebracht, terwijl een peil, zoals dit uit dit plan is af te leiden, t.w. O.'/O m. boven de kruin van de weg, moest worden aangehouden. Deze opmerking van de direkteur van het Bouw en Woningtoezicht kan niet gezien worden als het aangeven van het peil als bedoeld in de bouwvergunning, daar dit aangeven uiteraard ter plaat se dient te geschieden. Vanzelfsprekend valt uit de opmerking in geen geval op te maken, dat op een hoogte van plm 2.1 'j m. boven de weg mag worden gebouwd. Een verzoek om hoger te mogen bouwen is nimmer van de heer Witteveen cntvs.ngen. De paallengte is niet alleen door de ambtenaren van het Bouw- en Woningtoezicht vastgesteld., doch heeft plaatsgevonden in nauw overleg met de heer Witteveen. Om behoorlijk lange stekeinden te verkrijgen, die in de op de palen te maken betonbalken opgenomen zouden kunnen worden, is, eveneens in overleg met de heer Witteveen, de paallengte iets langer gehouden dan gebruikelijk is. Later heeft de heer Witteveen zonder over leg met het Bouw- en Woningtoezicht de betonbalken vervangen door houten balken. Door het nie i; "snellen" van de paalkoppen, doch daarentegen het opstorten van betonblokken op de palen van de houten balken werd het vloerpeil zeker 0.60 cm omhoog gebracht.Ock dit is derhalve in strijd met het goedgekeurde bouwplan. In tegenstelling met de bewering van de heer Witteveen hebben de ambtenaren van het Bouw- en Woningtoezicht niet een (kelder)vloer toe gestaan, die geen waterdruk kan opnemen. Hiervoor zijn evenmin berekeningen door Bouw- en Woningtoezicht goedgekeurd. Integendeel, er zijn zelfs geen berekeningen van de keldervloer ingeleverd, hetgeen overigens ook niet vereist was. ad c. (afwijking bouwvergunning) De heer Witteveen erkent, dat hij in afwijking van de verleende bouw vergunning heeft gebouwd. Als verweer stelt hij echter, dat hij een tekening met wijzigin gen aan de direkteur Bouw- en Woningtoezicht heeft toegezonden er. ge noemde funktionaris heeft medegedeeld, dat de Welstandsadviescommi- - sie geen bezwaren heeft. Hieromtrent moet worden opgemerkt, dat deze commissie tegen de vormgeving van de wijzigingen van het bouwplan geen bezwaar nad. Mei. de hoogteligging heeft de commissie zich in eerste instantie niet be zig gehouden. Xn een later stadium is dit expliciet besproken. legen een verhoogd peil heeft deze commissie echter ernstige bezwaren. Wij merken in dit verband nog op, dat het de heer Witteveen als archirekt bekend moet zijn, dat de vergunning voor een gewijzigd bouwplan nient te worden verleend door ons college en niet door de Welstandsadvies- commissie ad d (slopen en voltooien bouwwerk) Met betrekking tot het voltooien van de bouw hebben wij de lieer Witteveen inmiddels megedeeld, dat wij hebben besloten, de termijnen, waarbinnen de afwijkende bouwwerken moeten zijn gesloopt, respectievelijk de woning moet zijn voltooid voorlopig op te schorten, totdat Uw Raad zijn Mres heeft behandeld. Inderdaad zullen de kosten van een goede betonkelder hoger liggen dan die van een gemetselde kelder zoals het goedgekeurde bouwplan omvat, Met betrekking tot het overige onder dit punt genoemde volstaan wij ruet op te merken, dat het gebruikelijk en noodzakelijk is, dac een. bouwplan wordt ontwikkeld op basis van de plaa.tselijke werkelijke situatie en niet op basis van tekeningen van een bestemmingsplan, welke een situatie op vrij kleine schaal weergeven. In dit verband merken wij op, dat net bruggetje met oprit ten tijde van de aankoop van het terrein door de heer Witteveen reeds aanwezig was. Bovendien waren de grenzen van net bouwterrein ten tijde van net indienen van het bouwplan bekend. Wij zijn van mening, dat wij terecht bezwaren tegen het bouwplan hebben gemaakt. Ook de inhoud van de brief van de heer Witteveen geeft ons geen aanleiding terzake een ander standpunt in te nemen. Wij stellen U daarom voo; adressant dienovereenkomstig te berichten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 352