No. 14 98
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
29 november 1973 (bijlage nr. 362)5
gelet op de artikelen 64 tot en met 76 van de Wet op het
voortgezet onderwijs;
mede gelet op de Gemeenschappelijke regeling ter behar
tiging van de belangen van het gemeentelijk voortgezet onder
wijs;
BESLUIT
1. de Minister van Onderwijs en Wetenschappen te verzoeken in
het plan van scholen, bedoeld in artikel é>5, eerste lid van
de Wet op het voortgezet onderwijs, op te nemen een gemeen
telijke akademie voor beeldend kunstonderwijs (H.B.O.-dag
opleiding) en deze school voor bekostiging uit 's Rijks kas
in aanmerking te brengen met ingang van 1 augustus 1976;
2. de oprichting van deze school te bevorderen met ingang van
de datum, waarop deze school voor bekostiging uit 's Rijks
kas in aanmerking zal worden gebracht;
3. een afschrift van dit besluit te zenden aan de Regionale
Commissie Friesland Gemeentelijk Voortgezet Onderwijs"
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Deelneming aan de gemeenschappelijke regeling ter bevordering van het
maatschappelijk welzijn van woonwagenbewoners in Friesland.
Bijlage no. 363=
Leeuwarden, 29 november 1973»
Aan de gemeenteraad.
Ter bevordering van het maatschappelijk welzijn van woonwagenbewoners
hebben, zoals U bekend is, 39 van de 40 gemeenten op het vaste land van de
provincie Friesland indertijd besloten een gemeenschappelijke regeling aan te
gaan, welke op 2 december 1972 in werking is getreden.
De reden, dat de gemeente Leeuwarden tot nu toe niet definitief tot de
gemeenschappelijke regeling is toegetreden, is een gevolg van het feit,
dat het voor een definitieve standpuntbepaling wenselijk werd geacht, dat
de door de minister aangekondigde beleidsombuigingen terzake nader zouden
zijn geconcretiseerd.
¥el werd bij raadsbesluit van 2 april 1973 besloten in principe in te stemmen
met het deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling, zulks in verband met
het feit, dat onze gemeente dan bij de verdere uitwerking van de plannen
betrokken zou kunnen zijn, Reeds eerder was op verzoek van onze gemeente door
het bestuur van het Openbaar Lichaam "Woonwagencentrum Smallingerland" - deze
naam wordt bij de nieuwe regeling gewijzigd in "Woonwagenschap Friesland" -
besloten om wethouder K. Weide namens de gemeente Leeuwarden als waarnemer
de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur te laten bijwonen.
Als gevolg van de veranderde gedachten, welke inmiddels met betrekking tot
het te voeren woonwagenbeleid ingang hebben gevonden, bestaat behoefte aan
een volledige aanpassing van de vigerende gemeenschappelijke regeling.
Een daartoe door het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam "Woonwagen
centrum Smallingerland" aan het algemeen bestuur voorgelegde wijziging - dit
voorstel tot wijziging is door het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam
bij brief van 22 augustus 1973 reeds ter kennis van de Raden der deelnemende
gemeenten gebracht en door Uw Raad om preadvies in handen van ons college
gesteld - is door het algemeen bestuur in zijn vergadering van 31 augustus
1973 behoudens enige kleine wijzigingen aanvaard. Tevens is bij die gelegenheic
het hierna volgende plan voor de inrichting en exploitatie van 8 woonwagen
centra met een gezamenlijke capaciteit van 98 standplaatsen aanvaard.
Situering centrum
Standplaatsen
bestemd voor
vaste staanders
Standplaatsen be
schikbaar voor
trekkers en voor
uitbreiding aan
tal staanders
Maximum kapaciteit
1Leeuwarden
2. Drachtster com-
uagnie (gem.
Smallingerland)
3. Sneek
4. Steggerda (gem.
West-stelling
werf
5. Hemrik (Opsterland)
6. x Bergum
7x Dokkum
8. x Heerenveen
13/15
20
7
8/10
8
5
3
1
3/1
10
5
2/0
7
0
2
4
16
30
12
10
15
5
5
5
98
N.B. De centra zijn gerangschikt overeenkomstig de geplande volgorde van
uitvoering.
x De exacte uitvoeringsvolgorde zal nog nader worden vastgesteld.