- 10 -
Artikel 28.
Het dagelijks bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag
van een secretaris van de coördinatiecommissie en stelt voor hem een
taakomschrijving en instructie vast.
Artikel 29.
Op de secretaris en de secretaris van de coördinatiecommissie zijn de
a.rtikelen 103 en 104 van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 30.
1. Het overige personeel, waaronder één of meer beheerders van woonwagen
centra, wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks
bestuur.
2. Het dagelijks bestuur stelt voor de beheerder(s) een taakomschrijving
en instructie vast.
Artikel 31.
1. Het algemeen bestuur regelt de bezoldiging van de secretaris, de
secretaris van de coördinatiecommissie en de overige ambtenaren van
het schap, alsmede van het personeel van het schap, werkzaam op
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
2. Het algemeen bestuur regelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen
125 en 134 van de Ambtenarenwet 1929 de rechtspositie van het
personeel van het schap.
3. Zolang het algemeen bestuur aan het bepaalde in het tweede lid niet
heeft voldaan, zijn in zoverre de regelen, die zijn of zullen worden
vastgesteld voor het personeel in dienst van de gemeente Smallingerland
van toepassing op het personeel van het lichaam.
HOOFDSTUK IX. VERPLICHTING TOT MEDEDELING EN OVERLEG
Artikel 32.
1Indien een der bestuursorganen van het schap voornemens is besluiten
te nemen op grond van een der artikelen 10, 35 of 61 van de Woonwagen-
wet of anderszins maatregelen te treffen, welke van direct belang
kunnen worden geacht voor een of meer gemeente(n), stelt het dagelijks
bestuur van het schap de betrokken colleges van burgemeester en
wethouders van dat voornemen in kennis met het verzoek hun gevoelen
ter zake kenbaar te maken.
2. Het betrokken bestuursorgaan van het schap gaat eerst tot het nemen
van een besluit dan wel het treffen van een maatregel, bedoeld in het
vorige lid, over wanneer burgemeester en wethouders hun mening ter zake
kenbaar hebben gemaakt of wanneer zes weken na de dag van verzending van
de in het vorige lid bedoelde kennisgeving zijn verlopen.
In spoedeisende gevallen kan hiervan worden afgeweken, mits van het
voornemen daartoe bij de in het vorige lid bedoelde kennisgeving
mededeling wordt gedaan.
- 11 -
HOOFDSTUK X. FINANCIëLE BEPALINGEN
Artikel 35»
1. Het 'algemeen bestuur stelt voorschriften vast ter zake van het geldelijk
beheer en de boekhouding.
2. Ten aanzien van de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding
zijn de artikelen 265 bis tot en met 265 sexies van de gemeentewet
van overeenkomstige toepassing.
Artikel 34-
1. Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks vóór 1 juli een ontwerp-begroting.
De ramingen in de ontwerp-begroting worden behoorlijk toegelicht. De ont
werp-begroting gaat vergezeld van een verslag van de werkzaamheden over
het afgelopen jaar.
2. De ontwerp-begroting wordt jaarlijks vóór 15 juli aan de raden van de
gemeenten toegezonden. De raden kunnen vóór 1 september hun bezwaren
ter kennis brengen van het algemeen bestuur.
3. In de begroting wordt aangegeven de, naar raming door elke gemeente voor
het jaar waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage.
4. "Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde bijdrage wordt,
rekening houdend met bijdragen van het Rijk of van anderen, uitgegaan
van het inwonertal op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat,
waarvóór de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van de
aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de
Statistiek bekend gemaakt bevolkingscijfers.
5. De gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks vóór 1 februari
en vóór 1 augustus de helft van de in het derde lid bedoelde bijdrage.
6. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast vóór 1 oktober van het
jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de begroting dient.
7. Terstond na de vaststelling wordt de begroting in afschrift toegezonden
aan de raden van de gemeenten die het in deze begroting voor de gemeente
als bijdrage in de kosten van het lichaam geraamde bedrag in de gemeente
begroting opnemen.
8. Het dagelijks bestuur zendt de begroting terstond na vaststelling naar
gedeputeerde staten ter goedkeuring.
9. Met betrekking tot wijzigingen van de begroting is het bepaalde in de
voorafgaande leden - met uitzondering van de daarin genoemde data -
van dit artikel, alsmede artikel 36 van overeenkomstige toepassing.
10. Het begrotingsjaar valt samen met het kalenderjaar.