mogelijkheden moeten plaatsvinden. Ter toelichting kan worden vermeld,
dat een dergelijk onderzoek o.a. betrekking heeft op;
1. natuurlijke gegevens (bodemgesteldheid- landschap);
2. ligging t.o.v. bestaande stad, city (geïsoleerd- geïntegreerd);
3. hoofdwegenstructuur;
4. mogelijkheden openbaar vervoer;
5o recreatie-mogelijkheden;
6. grootte uitbreidingsmogelijkheid en daarbij de mogelijkheden tot
fasering in zo'n wijk;
7. de keuze mag geen frustratie inhouden voor een nog verdergaande
stadsuitleg.
Omtrent de gevolgde inspraakprocedure merken wij het volgende on.
Op 14 december 1971 heeft de structuurcommissie ons haar werkstuk in
aanwezigheid van de plaatselijke pers aangeboden.
Onmiddellijk nadat de structuurnota ten doop was gehouden, kreeg het ge
meentebestuur van diverse geïnteresseerde groepen verzoeken om een
gedachtenwisseling. Zo zijn op 17 januari en 9 maart 1972 met leden van
het zakencentrum, respectievelijk met de Friese Bouwkring de beleidspunt
en technische achtergronden van de nota behandeld.
Voorts zijn er informatieve bijeenkomsten over de structuurnota gehouden
door de leden van de afd. Leeuwarden van de V.V.D. en door jongeren
van "Het Roekenêst".
Bit alles ging vooraf aan de informatieve-bijeenkomst over de structuur
nota voor de burgerij op 3 mei 1972, waar de wordingsgeschiedenis van
de nota en de 1e fase en de verdere groeimogelijkheden van het ontwerp-
structuurplan zijn behandeld. Be discussie richtte zich in hoofdzaak
op één punt: Het gesprek over de plannen van Rijks Waterstaat voor een
nieuwe zuidelijke toegangsweg. Op de bijeenkomst, die ruim van te voren
was aangekondigd, verschenen ca. 40 mensen. Be opkomst en de totale
inbreng (er was rekening mee gehouden, dat er nog één of twee van dergel
bijeenkomsten zouden moeten worden gehouden) was teleurstellend. Ook
voor de informatieve raadsvergadering op 19 juni 1972 was de publieke
belangstelling maar matig.
In verband hiermede hebben wij geen verdere voorlichtingsbijeenkomsten
meer gehouden.
Overeenkomstig artikel 8 van het 3esluit op de Ruimtelijke Ordening
hebben wij overleg gevoerd met verschillende rijks- en provinciale
diensten, aangrenzende gemeenten en waterschappen. Bit overleg en de
daarop gemaakte opmerkingen zijn verwerkt in hoofdstuk 11, dat aan de
structuurnota 1971 moet worden toegevoegd en waarvan wij IJ hierbij een
exemplaar doen toekomen.
Het ontwerpstructuurplan heeft met ingang van december 1972 gedurende
een maand voor een ieder ter inzage gelegen.
Tegen het ontwerp-plan zijn bezwaren ingediend doors
1. de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (N.J.N.) afdeling
Leeuwarden;
2. de heer C. v.d. Zijl, Emmakade 91;
3. de heer A.M. de Vries, Emmaka.de 9;
4. een honderdtal bewoners van de Emmakade, kontaktadres
Emmakade 91
5. het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland, Emmakade 59;
6. de N.V. Nederlandse Spoorwegen, Moreelsepark, Utrecht.
- 9 -
Met betrekking tot deze bezwaarschriften merken wij het volgende op.
ad 1Be Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie, afdeling Leeuwarden
maakt bezwaar tegen:
a. het indicatief aangegeven deel van de oostelijke buitentangent
(vanaf de Hemrik over de Froskepêlle tot aan de weg naar
Brachten). Zij vreest n.l., dat de recreatieve waarde van de
Froskepölle sterk in betekenis zal afnemen.
Naar haar mening dient dit gebied uit een oogpunt van land
schappelijke en recreatieve waarden ongerept in stand
te blijven;
In de bestemming universiteitscomplex welke aan de Bullepolder
is gegeven. Leze bestemming brengt h.i. schade toe aan de
landschappelijke, natuurwetenschappelijke en recreatieve waarde
van dit gebied.
Ten aanzien van het onder gestelde kan worden medegedeeld, dat de
bedoelde weg op de plankaart indicatief is aangegeven, omdat hot nog
niet zeker is, dat deze zal worden gerealiseerd. Beze weg ligt vrijwel
geheel buiten het gebied, waarop de eerste fase betrekking heeft. Voor
alsnog behoeft hierover derhalve geen beslissing te worden genomen. Vlij
stellen U voor adressante mede te delen, dat over het al dan niet
realiseren van de bedoelde weg voorlopig geen beslissing zal worden
genomen, maar dat de bezwaren van adressante te zijner tijd in de
besluitvorming zullen worden betrokken.
Met betrekking tot. de bezwaren tegen de bestemming, gegeven aan de
Bullepolder merken wij op, dat ook deze bestemming eerst op een later
tijdstip zal worden vastgesteld. Ook dit gebied valt nu buiten de eerste
fase. Aan adressante kan daai'om hetzelfde worden medegedeeld als is
gebeurd ten aanzien van het onder a genoemde bezwaar. Met betrekking tot
de materiële inhoud van het bezwaar sub ^b wijzen wij echter op het
volgende. Inderdaad had deze omgeving een functie als natuurgebied, m.n.
fourageerterrein van verschillende vogelsoorten. Er is echter een
ingrijpende wijziging in gekomen. Baar voor dit gebied een verbeterd
ontwateringsplan met bemaling tot stand is gekomen is het te droog ge
worden voor de. genoemde vogelpopulatie. Beze functie is voor het grootste
gedeelte overgenomen door het gebied, gelegen onmiddellijk ten oosten
van de Murk en het watergebied van het Grote Wielencomplex. Op grond
hiervan stellen wij U voor adressante mede te delen, dat momenteel
evenmin op dit bezwaar kan worden beslist, maar dat het bezwaar op zich
zelf niet gegrond is.
Ad 2 - 5 Be bezwaarschriften, genoemd onder de punten 2 tot en met 5 richten zich
in het algemeen primair tegen de functie-wijziging van de Emmakade in
tangentwog en de daardoor te verwachten grotere verkeersdrukte op deze
weg, hetgeen het woonmilieu zal aantasten. Ten aanzien van deze bezwaren
merken wij het volgende op. Het in het ontwerp-structuurplan opgenomen
wegennet is het resultaat van overleg tussen gemeente en provinciale
en rijkswaterstaat. Uitgangspunt hierbij is geweest het door U in de ver
gadering van 24 juni 1968 aanvaarde rapport "Hoofdwegennet", waarin werd
besloten tot een wegenstructuur, gebaseerd op het tangentieel systeem. Be
Emmakade geeft een relatie tussen do binnenstad en de ten oosten daarvan
gelegen stadswijken. Het is tevens de belangrijkste verbindingsweg vanaf
de nog te realiseren wijle Camminghaburen met de binnenstad.
Naar aanleiding van de inged.iende bezwaarschriften is de mogelijkheid
van een alterneitieve route bestudeerd. Be ligging van deze weg wordt
voor een belangrijk deel bepaald door de kruising met de zuidelijke
invalsweg (Oostergoweg). Be Oostergoweg snijdt de spoorlijn naar
Groningen, welke kruising ongelijkvloers moet worden.
Beze ongelijkvloerse kruising heeft tot gevolg dat de Oostergoweg
eerst ter plaatse van de Emmakade weer a niveau is en kruisingen
met andere wegen weer mogelijk maakt.
als
ar