Hoofdstuk 11. Overleg ex artikel 8 van het Besluit op de Ruimtelijke
Ordening "betreffende de Ie fase (116.000 inwoners).
Het overleg, als bedoeld in artikel 8 van het Besluit op de Ruimtelijke
Ordening, is rechtstreeks- gevoerd met de vol-ge-rrde 'personen - en instanties
(commissie ad hoe):
a Provinciale^ Planologische Dienst
b. Directie van de Volkshuisvesting en Bouwnyverheid
c. Inspectie van de Ruimtelijke Ordening
d. Provinciale Waterstaat
e. Hoofdingenieur-directeur voor de landinrichting
f. Dë 1e afdeling van de Provinciale Griffie
De commissie heeft tegen het ontwerp-structuurplan als zodaniggeen prin
cipiële bezwaren. V/el zijn opmerkingen gemaakt over enkele onderdelen. Deze
zijn hieronder vermeld.
Het overleg met Rijkswaterstaat is afzonderlijk gevoerd, aangezien deze
instantie verhinderd was bovengenoemd overleg bij te wonen. De opmerkingen
van Rijkswaterstaat worden hieronder zo mogelijk tegelijk met de in het
overleg naar voren gekonen punten behandeld.
1Hoogbouw
Er meet niet teveel worden vastgehouden aan het in de nota genoemde per
centage van 27 i" hoogbouw. De verhouding hoogbouw-laagbouw kan voor de
nieuwe woonwijken op basis van een vrije keuze worden vastgesteld..
Daarover kan worden opgemerkt, dat in de thans in voorbereiding zijnde
plannen reeds gestreefd wordt naar een lager percentage, zoals b.v. 17
en 20 °/o.
2. V/eg V/erpsterhoek-richting Drachten
In overeenstemming met de suggestie van de commissie en Rijkswaterstaat
wordt de weg .V/erpsterhoek-richting Drachten niet als indicatief, maar als
"hard" op de' plankaart aangegeven, omdat hij mede een rol moet. gaan spelen
ter ontlasting van het toekomstige Oostergoplein
3Westelijke buitentangent
De commissie en Rijkswaterstaat zijn van mening dat de wég Marssum-Bolsward
niet indicatief maar als "hard" moet worden opgenomen. Deze weg (de weste
lijke buitentangent) wordt nl. gelijktijdig aangelegd met het ten zuiden
-148-