Wo. 5781. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 mei 1974 (hijlage no. 144) gelet op de artikelen 64 tot en met 76 van de Wet op het voort gezet onderwijs mede gelet op de Gemeenschappelijke regeling ter behartiging van de belangen van het gemeentelijk voortgezet onderwijs; BESLUIT 1. de Minister van Onderwijs en Wetenschappen te verzoeken in het plan van scholen, bedoeld in artikel 65, eerste lid van de Wet op het voortgezet onderwijs de volgende gemeentelijke scholen op te nemen; a. een dagschool voor middelbaar economisch- en administratief onderwijs in een scholengemeenschap met de lagere- en middelbare detailhandels- vakschool; b. een avond-atheneum; c. een akademie voor beeldend kunstonderwijs (h.b.o.-dagopleiding) en deze scholen voor bekostiging uit 's Rijks kas in aanmerking te brengen met ingang van 1 augustus 1977; 2. de oprichting van deze scholen te bevorderen met ingang van de datum waarop deze scholen voor bekostiging uit 's Rijks kas in aanmerking zullen worden gebracht; 3. het onder 1 bedoelde verzoek te doen via de procedure, die hiertoe in de Gemeenschappelijke regeling ter behartiging van de belangen van het gemeentelijk voortgezet onderwijs is voorgeschreven tot welke regeling de gemeente is toegetreden krachtens raadsbesluit van 26 juni 1967 4. Burgemeester en Wethouders te machtigen elk jaar vóór 1 februari het onder 1 bedoelde verzoek te herhalen of te doen herhalen, zolang deze scholen nog niet zijn opgenomen in het plan van scholen; 5. adhesie te betuigen aan de eventuele aanvragen voor: a. een school voor hoger economisch- en administratief onderwijs in het kader van een scholengemeenschap met de Hogere Technische School te Leeuwarden; b. een opleiding voor hogere informatica in het kader van een scholengemeenschap met de Hogere Technische School te Leeuwarden; c. een akademie voor expressie te Leeuwarden, aangevraagd door het bestuur van de "Stichting Akademie voorExpressie door Woord en Gebaar" te Utrecht; d. een afdeling opbouwwerk, te verbinden aan de Agogische Akademie te Leeuwarden, aangevraagd door de "Stichting Agogische Akademie Friesland" te Leeuwarden; 6. Burgemeester en Wethouders te machtigen elk jaar vóór 1 februari de onder 5 bedoelde adhesie-verklaring te herhalen of te doen herhalen, zolang deze scholen nog niet zijn opgenomen in het plan van scholen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris Instellen van een Raad voor Maatschappelijke Dienstverlening en wijzigin gen van verordeningen op raden en commissies. Bijlage no. 145- Leeuwarden, 29 april 1974- Aan de Gemeenteraad. Begin september van dit jaar zal de eerste vierjaarlijkse periode worden afgesloten gedurende welke het thans geldende stelsel van raden en commissies in onze gemeente van kracht is. In 1970 zijn daarin belang rijke wijzigingen aangebracht. Getracht is een zo duidelijk mogelijke structuur tot stand te brengen en een optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden welke de gemeentewet sedert 1964 biedt. Dit laatste vooral teneinde zoveel mogelijk groeperingen en belangstellenden bij het be stuurlijke werk te betrekken en de contacten tussen bestuur en bestuurden te bevorderen. V/ij menen te mogen stellen, dat over het algsmeen het ver nieuwde en gewijzigde bestel van raden en commissies goed heeft gefunctio neerd, hoewel stellig nog verbeteringen zullen kunnen worden aangebracht. De ze zullen, rekening houdende met de opgedane ervaringen, geleidelijk tot stand gebracht moeten worden. Tijdens de discussies over de begroting 1974 is vanuit de Raad aange drongen nader te bezien welke wijzigingen of aanvullingen thans reeds aan gebracht zouden moeten worden. Wij hebben ons daarop beraden en daarover ook overleg gepleegd in de regelmatige contacten, welke plaats hebben tussen ons college en de presidia van de functionele raden. Een en ander heeft er toe geleid de- hierna nader te omschrijven voor stellen aan U voor te leggen. Instellen van een Raad voor Maatschappelijke Dienstverlening. Reeds in 1970 is overwogen een dergelijke raad in te stellen. Uiteindelijk werd toen, in afwachting van de verdere ontwikkelingen op dit gebied, be sloten voorlopig het overleg voort te zetten op informele wijze in het zgn. "Gesprekscentrum"Dit is een reeds langer bestaand overlegorgaan met betrek king tot problemen op het gebied van de maatschappelijke dienstverlening tussen de gemeente en de andere op dit terrein werkzame instellingen. Inmiddels is gebleken, dat er vrij algemeen de voorkeur aan wordt gege ven ook dit overleg te institutionaliseren. Hierover is uitvoerig beraad ge weest in het reeds eerder genoemde "Gesprekscentrum" met als resultaat een voorstel tot het instellen van een functionele "Raad voor Maatschappelijke Dienstverlening". Over een opgestelde ontwerp-verordening is vervolgens overleg gepleegd met de hierbij betrokken organisaties. Het resultaat is ge veest, dat overeenstemming is bereikt over het ontwerp dat hierbij ter vast stelling aan Uw Raad wordt voorgelegd (concept-besluit nr. 5782a). De opzet is in principe gelijk aan de instellingensverordeningen van de andere functionele raden. Voorgesteld wordt deze verordening op 1 september a.s. in werking te doen treden. Wijzigen van de samenstelling van de Raad voor de Volkshuisvesting. Uit overleg met de Federatie van de Woningbouwcorporaties en met het presidium van de Raad voor de Volkshuisvesting is gebleken, dat de grote omvang van deze raad (24 leden) toch wel als een bezwaar wordt gevoeld. De federatie van Woningbouwcorporaties stelt voor de vertegenwoordiging van de corporaties te halveren en van 12 op 6 te brengen. Iedere corpora tie zal dan met één in plaats van twee leden in de Raad voor de Volkshuis vesting vertegenwoordigd zijn. Ook in de verdere vertegenwoordiging zou den enige beperkingen toegepast kunnen worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 110