- 2 -
één en ander verder onder de volgende "bedingen?
Io de "begrenzing van het verkochte zal ter plaatse worden aangegeven door de
landmeetkundig ambtenaar van de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente
Leeuwarden;
over— of ondermaat tengevolge van daarna ambtshalve plaatsvindende
kadastrale opmeting van het verkochte kan geen aanleiding geven tot
verhoging of verlaging van de koopsom;
2. kopers aanvaarden het gekochte vrij van hypotheek, beslag en huur en
verder in de toestand, waarin het zich ten tijde van de eigendoms
overdracht bevindt, met alle lusten, lasten, plichten, erfdienstbaar
heden, enz., daartoe van ouds en met recht behorende;
3. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte var-
overdracht
4. vanaf de levering komen alle van het gekochte geheven wordende en nog te
heffen zakelijke lasten en belastingen voor rekening van de kopers;
5. het aan de kopers over te dragen perceelsgedeelte zal van het aan de
gemeente Leeuwarden verblijvende gedeelte van het perceel kadasternummer 167
worden afgescheiden door een door en op kosten van de gemeente
Leeuwarden nieuw te graven sloot, welke zal zijn gelegen voor de helft
op het verkochte perceelsgedeelte en voor de helft op het aan de gemeente
Leeuwarden verblijvende perceelsgedeelte;
6. het onderhoud van de onder 5 bedoelde sloot is ten laste van de kopers
en de gemeente Leeuwarden, elk voor dat gedeelte behorende tot de
eigendom van partijen;
7. de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot
die wegens uitwinning;
8. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
9. de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt door en verleden
voor een door de gemeente Leeuwarden aan te wijzen notaris;
10. alle op deze grondoverdracht vallende kosten komen voor rekening
van de gemeente Leeuwarden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Toekennen van een voorschot op de vergoeding, als bedoeld in artikel 89 van
de Wet op het Voortgezet Onderwijs.
Bijlage nr. 165.
Leeuwarden, 22 mei 1974-
Aan
de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 88, lid 1 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs moet
de Gemeenteraad vaststellen:
a. het bedrag, dat jaarlijks is uitgegeven ter zake van de exploitatiekosten
voor de Gemeentelijke scholen voor mavo, de Stedelijke Scholengemeenschap
atheneum-ho,vohet Stedelijk Gymnasium en de Gemeentelijke Opleidingsschool
voor Kleuterleidsters;
b. het bedrag, dat door het Rijk jaarlijks voor elk der genoemde soorten van
onderwijs is beschikbaar gesteld.
Voor de jaren 1969 t/m 1971 van het vijfjarig tijdvak 19^9—1973 zijn
deze onder a en b bedoelde bedragen door U met besluiten van 16 augustus 1971;
nr. 10597, 28 augustus 1972, nr. 10173 en 19 november 1973» nr. 13885 voorlopig
vastgesteld.
Deze vaststelling is niet zozeer van belang voor het openbaar onderwijs,
dan wel voor het bijzonder onderwijs, aangezien de gemeente, ingevolge artikel
88, lid 2 van genoemde wet, om de vijf jaren bovendien moet bepalen:
1. de som der bedragen, bedoeld onder a, over de vijf voorafgaande jaren;
2. de som der bedragen, bedoeld onder b, over de vijf voorafgaande jaren;
3- het bedrag der overschrijding, gedeeld door het gemiddelde van de aantallen
leerlingen van de gemeentelijke scholen over de voorafgaande vijf jaren,
indien de som, bedoeld onder 1, de som bedoeld onder 2 overschrijdt.
Zo spoedig mogelijk nadat hel onder 3 bedoelde bedrag is vastgesteld moet
de gemeente, ingevolge artikel 89 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, aan
de overeenkomstige bijzondere scholen in de gemeente een bedrag uitkeren, ge
lijk aan het overschrijdingsbedrag per leerling vermenigvuldigd met het gemid
delde van de aantallen leerlingen van de overeenkomstige bijzondere school
over het desbetreffende tijdvak van vijf jaren.
Door het ontbreken van een desbetreffende bepaling in de bekostigingsvoor
schriften was het tot voor kort niet mogelijk op de hiervoor bedoelde uitkering
een voorschot te verstrekken.
Met zijn beschikking van 24 september 1973» WJZ 73176 heeft de Staatsse
cretaris van Onderwijs en Wetenschappen echter artikel 6, lid 1 van de Beschik
king voorschotten W.V.O. zodanig gewijzigd, dat de gemeente thans bevoegd is,
tijdens het betrokken vijfjarig tijdvak, aan de bijzondere scholen jaarlijks
een deel van de naar verwachting over dit vijfjaarlijks tijdvak uit to betalen
vergoeding als voorschot uit te keren.
Op grond van deze beschikking heeft het bestuur van de Stichting voor
Christelijk Algemeen Voortgezet Onderwijs en Economisch Administratief Onder
wijs te Leeuwarden met zijn brief van 6 december 1973 verzocht op het naar ver
wachting aan het bijzonder mavo uit te betalen overschrijdingsbedrag voor de
jaren 1969 t/m 1971? een voorschot te mogen ontvangen. Naar ons oordeel ligt
het in de rede aan dit verzoek tegemoet te komen. Aangezien echter nog niet is
te voorzien hoe een en ander zich over de resterende 2 jaren van het tijdvak
1969-1973 zal ontwikkelen, zijn wij van oordeel, dat het te verstrekken voor
schot beperkt dient te blijven tot 90/ van het naar verwachting aan het bij
zonder mavo voor de jaren 1969 t/m 1971 uit te betalen bedrag. Een gespecifi
ceerde berekening van het aan bedoeld bestuur te verstrekken voorschot hebben
wij voor U ter inzage gelegd.
M