No.' 9368. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN 5 Gelezen het voorstel van "burgemeester en wethouders van 25 juli 1974 (bijlage 110. 218); BESLUIT? I. aan te kopen van A. de Groot, wonende te Haren (Gr.), Nieuwlandsveg 80, het perceel weiland, kadastraal bekend gemeente Hardegarijp, sectie G, no. 1156, groot 2.46.50 ha, welk perceel op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd is aangegeven, voor een prijs van 16.022,50 en voorts onder de volgende bedingen? 1. het perceel wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daar aan verbonden rechten, vrij van hypotheek, doch in het genot van pacht 2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van over dracht; 3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke van het over te dragen perceel worden geheven, voor rekening van de gemeente Leeuwarden; 4. verkoper is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijk wetboek; cde kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente Leeuwar den; I±. het onder I oedoelde perceel onder te brengen in het Grondbedrijf van de Dienst Stadsontwikkeling. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Verlenen van medewerking aan enkele besturen van bijzondere scholen voor gewoon lager en kleuteronderwijs voor het treffen van voorzieningen ten behoeve van enige onder hun bestuur staande scholen. Bijlage no. 219. Leeuwarden, 25 juli 1974° Aan de gemeenteraad. 1Het bestuur van de Vereniging tot stichting en instandhouding van scholen met de Bijbel te Leeuwarden-Huizum verzoekt bij zijn brief, ingekomen op 13 mei 1974? krachtens artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 om medewerking voor de aanschaffing van een bandrecorder en een platenspeler voor elk van de volgende scholen; a. Johan Willem Erisoschool, Carel Fabritiusstraat 21; b. Ernst Gasimirschool, Julianalaan 2; c. Prins Willem van OranjeschoolJulianalaan 40; d. Prins Willem-Alexanderschool, Antillenweg 130. Ten behoeve van deze scholen werden genoemde apparaten nog niet eerder aangeschaft 2. Van het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Leeuwarden is op 9 mei 1974 ingekomen het verzoek om medewerking voor de aanschaffing van (negen) kieskasten in de werklokalen van de kleuterschool SintJoseph, Fred. Ruysch- straat 10. Krachtens het bepaalde in artikel 50 juncto artikel 53? lü 2 onder c van de Kleuteronderwijswet kan het bestuur aanspraak maken op de beschik baarstelling van gelden voor de aanschaffing van meubilair, ook wanneer er sprake is van vervanging. De normale eisen aan het geven van lager c.q. kleuteronderwijs te stellen worden door de inwilliging van genoemde verzoeken niet overschreden. 3° Van laatstgenoemd bestuur is tevens op 9 mei 1974 ingekomen het verzoek om medewerking voor de aanschaffing van buitenzonwering ten behoeve van Marije's Kleuterhof, Bachstraat 61 De bestaande overgordijnen zijn als zonwering niet doeltreffend. De Kroon heeft zich in het recente verleden erover uitgesproken, dat het aanbrengen van buitenzonwering bij kleuterscholen de normale eisen aan het geven van kleuteronderwijs te stellen niet overschrijdt (IC.B. van 13 september 1972, nr. 28). Te Uwer informatie is een foto-kopie van dit besluit ter inzage gelegd. 4° Op 8 mei 1974 is van het bestuur van de Vereniging School voor Neutraal Bijzonder Kleuteronderwijs het verzoek binnengekomen om medewerking voor de ombouw op aardgas van de door middel van olie gestookte centrale verwarmings installatie van de kleuterschool De Beukeboom, Valkstraat 34° De ketel verkeert na een gebruiksperiode van 12 jaren in een dermate slechte staat, dat vervanging door een gasgestookte ketel noodzakelijk is. De ombouw van de installatie kan worden aangemerkt als verandering van inrichting- Gelet op de jurisprudentie ter zake kan de afschrijvingstermijn van de ver warmingsketel op 15 jaren worden gesteld. De vervanging van de ketel dient normaliter te worden bekostigd uit de exploitatievergoeding, indien de ketel geheel is versleten of wanneer er geen sprake is van abnormale slijtage of slijtage ten gevolge van onoordeelkundig gebruik van de installatie» Nu evenwel na 12 jaren tot vervanging moet worden overgegaan zonder dat er sprake is van buitensporige slijtage, brengt onzes inziens een redelijke wetstoepassing mee, dat in het kader van het verlenen van de medewerking tevens rekening moet worden gehouden met 3/15 deel van de kosten van vervanging van de ketel. V/ij zijn van mening, dat in dezen de normale eisen aan het geven van kleuteronderwijs te stellen niet worden overschreden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 309