-4- 2o Tenminste één maai per twee jaar dient voor ieder complex, behorende tot de groep bouwterreinen, voor zover voor minder dan 90^ gereed gekomen, een nadere raming, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, te worden gemaakt, aangepast aan de gewijzigde omstandigheden. 3. Wanneer uit de nadere raming, als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, voor- of nadelige exploitatieverschillen blijken, wordt toepassing gegeven aan ar tikel 30, sub A. Artikel 1. Indien gronden, welke bij de Dienst Stadsontwikkeling zijn ingebracht, in erfpacht worden uitgegeven, blijven deze in het bedrijf. 2. Indien gronden, welke bij de Dienst Stadsontwikkeling zijn ingebracht, wor den bestemd voor gemeentelijke woningbouw, voor andere gemeentelijke bedrijven of voor het stichten van gebouwen ten behoeve van de openbare dienst, kan dat deel in gebruik worden gegeven tegen betaling aan de Dienst Stadsontwikkeling van een jaar lijkse vergoeding, welke wordt gebaseerd op de berekening van de door particulieren bij erfpachtsuitgifte te betalen canon. Deze handeling wordt beschouwd als een erfpachtsuitgifte in de zin dezer veror dening. 3. Verschillen tussen de boekwaarde van de grond en de waarde, waarvan is uitgegaan bij de vaststelling van de erfpachtscanon of van de gebruiksvergoeding worden overgeboekt op de rekening meerwaarde bij uitgifte. Artikel 33 De bij het in werking treden dezer verordening bestaande meerwaarde bij in breng wordt beschouwd als vrij kapitaal van de gemeente. Artikel V De artikelen 31 tot en met 34 worden vernummerd in 34 tot en met 38. Artikel VI Artikel 35 vervalt. Artikel VII 1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 maart 1973. 2. In afwijking van het bepaalde sub 1. wordt deze verordening ten aanzien van het financieel beheer geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1974. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. No. 498413. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN j Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 april 1974. (bijlage no. 131); gelei op artikel 265 bis der Gemeentewet 5 BESLUIT: vast te stellen de volgende VERORDENING tot wijziging van de Verordening, houdende regelen met betrekking tot de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding van de ontvanger en van de andere met geldelijk beheer en boekhouding belaste ambtenaren, alsmede tot het onderzoek naar de deugdelijk heid van de rekeningen. Artikel I In artikel 1, lid 1, vervalt onderdeel fterwijl onderdeel c. wordt gelezen als volgt: c. de administrateur van de Dienst Stadsontwikkeling; Artikel II Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 januari Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 70