i
- 19 -
Bijlage 10 (vervolg)
Volgno. 556 Beroepsmatig .jeugdwerk.
De subsidies voor het beroepsmatig jeugdwerk zijn overeen
komstig de daarvoor geldende richtlijnen afgeleid van de door de
betreffende stichtingen ingediende definitieve begrotingen 1974»
Opgemerkt zij nog, dat de geldende richtlijnen (nog) niet zijn
aangepast aan de inmiddels verhoogde rijkssubsidiepercentages.
Bij de ramingen is rekening gehouden met de bij de aanvullende
subsidienota 1974 door U gehonoreerde verzoeken om uitbreiding van
personeel bij de Stichting Hippopotamus ïïnltd met een' tweede
beroepskracht en de uitbreiding van het werk van de Stichting
Sociaal Kultureel Werk voor de jeugd met de nieuwe werkeenheid
"vrijetijdsbesteding geestelijk gehandicapte jongeren".
Met betrekking tot de post Vakantieontspanning, delen wij U mede,
dat deze post is "overgebracht" naar de post Overig Jeugdwerk,
volgno. 562.
Volgno. 558 Speelplaatsen en -tuinen.
Op 10 december 1973 heeft Uw raad besloten de regeling ter
subsidiëring van het Jeugd- en Jongerenwerk vast te stellen.
De datum van inwerkingtreding hebben wij bepaald op 1 januari
1974.
Met betrekking tot het vrijwillig jeugdwerk, waaronder ook het
speeltuinwerk valt, werd besloten een subsidie te verlenen van 25
in de kosten van activiteiten, 80% in de kosten van kadervorming
en een nog nader te bepalen percentage in de kosten van huis
vesting.
Uit de ingediende subsidie-aanvragen is ons gebleken, dat de
opgenomen subsidiebedragen in de begroting 1974 niet voldoende
zijn om alle aanvragen te honoreren. Wij stellen U voor, de post
"subsidies diverse speeltuinverenigingen" te verhogen tot
17.000,
Hierbij is echter geen rekening gehouden met een subsidie in de
huisvestingskosten. Wij achten het evenwel niet verantwoord dit
subsidie thans nog verder te verhogen.