- 12 -
Bijlage 7 (vervolg)
afgelopen 5 jaarlijkse periode, vermenigvuldigd met het ge
middelde van de aantallen leerlingen van de overeenkomstige
bijzondere school over het desbetreffende tijdvak van vijf
jaren, berekend naar de toestand op 16 september van elk jaar.
Aangezien is geraamd, dat de gemeente voor het m.a.v.o.
en voor de opleidingsschool voor kleuterleidsters in 1975 meer
zal uitgeven dan de terzake te ontvangen rijksvergoedingen,
hebben ten behoeve van het overeenkomstig bijzonder ondervijs
reserveringen plaats gevonden tot een totaal bedrag van 226.050,
Overgangswet W.V.O.,
Ingevolge deze wet blijven de op 31 juli 1968 voor ver
goeding in aanmerking genomen stichtings- en inrichtingskosten
van de voormalige scholen voor v.h.m.o., on van de opleidings
school voor kleuterleidsters vergood volgens de op genoemde
datum geldende voorschriften. Boze vergoedingen zijn voldoende
om de kosten te dekken.
Voor de kosten die voortvloeien uit vóór 1 januari 19^9
genomen besluiten terzake van stichting, eerste inrichting, uit
breiding en overige kapitaalsvoorzieningen ten behoeve van voor
malige openbare en bijzondere scholen voor v.g.l.o. en u.l.o.,
ontvangt de gemeente met ingang van 1 januari 1969 een jaarlijkse
aflopende rijksvergoeding op basis van door de minister vast
gestelde kosten. Deze vergoedingen zijn ontoereikend.
Indien en voorzover de gebouwen en terreinen van oen ge
meentelijke school voor voormalig v.g.l.o. en u.l.o. niet meer
voor het voortgezet onderwijs worden gebruikt, eindigt de
daarvoor te ontvangen vergoeding mot ingang van de daarop
volgende maand.
Sociale Werkvoorziening.
De gemeente ontvangt van het Ministerie van Sociale Zaken
in de lonen 011 sociale lasten en enkele bijkomende kosten
bijdragen variërende van 50j-> tot 100/j van de werkelijke kosten.
Indien het de gemeente niet mogelijk is om de exploitatie van
het werkverband sociale werkplaats en van het werkverband
hoofdarbeiders met deze rijksbijdragen sluitend to maken is
de mogelijkheid aanwezig om in de resterende nadelige saldi
aanvullende subsidies te krijgen tot maximaal 15/j van lonen,
sociale lasten en vervoerskosten van deze werkobjecten. Zijn
met deze aanvullende subsidies de exploitaties van de werk-