-4-
ingediende bezwaar- Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 27 maait
schriften1975 gedurende een maand voor een ieder ter inzage gelegen.
Tegen het ontwerp zijn een tweetal bezwaarschriften in
gediend, t.w. doors
a. Accountantskantoor L. Havenga, Huizumerlaah 5s alhier;
b. B.V. Lijempf, Petmarge 3-5s alhier.
De bezwaarschriften zijn tijdig ingediend. Het bezwaar
schrift sub a. is gericht a'an ons college en niet - zoals door
de V/et wordt geëist - aan de Gemeenteraad. Op grond van constan
te Kroon-jurisprudentie behoeft dit niet to: niet-ontvankelijk
heid te leiden. Reclamanten kunnen derhalve in hun bezwaren
worden ontvangen.
ad a
Reclamant maait bezwaar tegen het ontwerp-bestemmingsplan
omdat het pand Huizumerlaan 5 niet is ingepast en bij realise
ring van het plan zal moeten worden afgebroken ter. behoeve van
de aanleg van een groenstrook. Hierdoor zal hij zwaar in zijr.
beroepsuitoefening worden getroffen omdat hij nimmer een der
gelijk geschikt praktijkpand terug kan vinden. Hij verzoekt
dan ook het ontwerp-plan zodanig te wijzigen, dat zijn kantoor
pand kan blijven gehandhaafd.
Haar aanleiding hiervan merken wij het volgende op.
Aan de bezwaren zou kunnen worden tegemoetgekomen koor h
bestemmingen "Verkeersdoeleinden" en "Openbaar groen" in vo-
lijke richting te verschuiven of de bestemming "openbaar gi c
voor wat dit perceel betreft te wijzigen in de bestemming In
ge zinshui zen" waarin de vestiging van praktijkruimten iz to
staan.
Het verschuivenvan de bestemming Verkeersdoeleinden or' de
problemen slechts verleggen omdat hiervoor grond zou moeten
worden aangekocht van het kantoorterrein "de Hegp Wier", tervi.jl
anderzijds de kantoorbebouwing .dan tevens te 3_icht op dc Ooster-
goweg zal komen te liggen. Het belangrijkste argument om niet
tot verschuiving over te gaan is het feit, dat dit 'e grote
konsekwenties met zich meebrengt voor het verdere verloop in
zuidelijke richting van het trace van de Oostergoweg.
Ook tegen het weglaten van de groentestemming voor het
betrokken perceel hebben wij stedebouwkundige bezwaren. De ver
binding tussen het groen in het plangebied Huizum-Sixma en de
groenvoorziening te realiseren in het gebied ten zuiden van de
Huizumerlaan zou hierdoor worden tenietgedaan. Wij achten die
verbinding van essentieel belang omdat via, de aansluitende groen
voorzieningen de aanleg van aantrekkelijke fiets- en wandelrou
tes tussen de buitenwijken en de binnenstad mogelijk wordt.
Overigens zijn wij van mening, dat bij handhaving van het pand,
dit te dicht op de Oostergoweg zal komen te staan, hetgeen de
woon- en werksituatie negatief zal beïnvloeden.
Wij kunnen ons overigens moeilijk voorstellen dat elders in
de stad geen geschikte vervangende ruimte voor de uitoefening
van een a„ccountantsbedrijf zou zijn.
Op grond van de overgangsbepalingen van het ontwerp-plan kan 4
bestaande gebruik van het pand worden voortgezet totdat do ge
meente het perceel in eigendom heeft verworven.
Bij aankoop c.a. onteigening van hot perceel zal do evenhis-
le schade welke reclamant heeft geleden tengevolge van dc bcpal-;
gen van het bestemmingsplan overeenkomstig artikel 49 van do Wet
op de Ruimtelijke Ordening, naar billijkheid worden vergoed.
Gezien het vorenstaande menen wij dat deze bezwaren ongegror
moeten worden geacht.
ad. b
Het uitvoerige bezwaarschrift bevat de volgende puntens
1. De bij de Lijempf in eigendom zijnde gronden zijn op dit moment
in gebruik overeenkomstig het geldende bestemmingsplan "uitbreidings
plan Greunsweg"
- 2. aan deze gronden wordt thans, een afwijkende bestemming gegeven omdat
het bestaande gebruik slechts in beperkte mate kan worden voortgezet,
anderzijds omdat urgente behoefte bestaat aan wijziging en uitbreiding
van het fabrieksgebouwencomplex;
3. tengevolge van de vaststelling voorziet de Lijempf dan ook grote schade;
4. de Lijempf erkent dat het plan haar geen schade zal berokkenen indien
voor de vaststelling ervan de fabrieksterreinen worden aangekocht;
5. onderhandelingen hiertoe hebben in beginsel wel tot overeenstemming
geleid tussen het gemeentebestuur en de Lijempf doch nu een voorstel
tot aankoop de Gemeenteraad nog niet heeft bereikt, reserveert de
Lijempf alle rechten;-
6. de onderhandelingen met het gemeentebestuur hebben ertoe geleid dat
bou\tfaanvragen met het oog op de urgente uitbreiding en vernieuwing
van de.gebouwen, welke bouwaanvrage gelet op het geldende bestemmings
plan niet zouden kunnen worden geweigerd, achterwege zijn gelaten, om
dat verdere bouw de verwerving van de terreinen zou verzwaren;
7. de mogelijkheid van uitbreiding van de fabrieksbebouwing heeft de
gemeente daarna formeel verhinderd met de vaststelling op 1 april 19/4
van het voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening ten behoeve van het plan Huizum-dorp;
8. gelet op vorenomschreven omstandigheden meent de Lijempf thans- aan
spraak te mogen maken op een uitspraak van de Gemeenteraad tot overnam
van de Lijempf terreinen onder toekenning van een - de Lijempf noch
voordeel noch schade latende - op de onteigeningswet gebaseerde schade
vergoeding zulks vóórdat het plan Huizum—Sixma voor wat betreft de
Lijempf-terreinen wordt vastgesteld;
9. indien deze uitspraak achterwege blijft meent de Lijempf, dat de Ge
meenteraad, gelet op de gevestigde belangen, dan geen andere beslissing
behoort te nemen dan het bestaands bestemmingsplan te handhaven, behou
dens voorzover dit in het algemeen oelang niet mogelijk is in verband
met de aanleg van de Oostergoweg. Ten aanzien van de vergoeding van de
onvermijdelijke daaruit voortvloeiende schade, behoudt de Lijempf zich
alle rechten voor. Ook zal in dat geval tenminste moeten worden voor
zien in een doelmatige,- in detail te beoordelen ontsluiting van de
Lijempf-terreinen op de Oostergoweg en ook van deze weg op de binnen
stad en de Huizumerlaan;
10. tenslotte wordt geconcludeerd, dat het plan slechts mag worden vastge
steld indien eerst overeenstemming wordt bereikt omtrent de aankoop
van de gronden van de Lijempf, tenzij deze gronden in het plan worden
uitgezonderd en de vigerende bestemmingsregeling weer van kracht wordt.
Met betrekking tot het bezwaarschrift merken wij eerst het volgende
op
Het onder 1. gestelde is in zoverre onjuist, dat het bestemmingsplan
Greunsweg .alleen geldt voor het oostelijke terrein t.w. gemeente Leeuwarden,
sectie G, nr. 11923. Voor het andere perceel, gemeente Leeuwarden, sectie G,
nr. 14555, gelden alleen de bepalingen van de Bouwverordening. Het in punt
7 bedoelde voorbereidingsbesluit werd destijds genomen met het oog op het
toekomstige bestemmingsplan "Achter de Hoven-Greunsweg"De plangrcnzen zijn
inmiddels gewijzigd.
Ten aanzien van de inhoud zelve brengen wij het volgende naar voren.
Hierboven hebben wij reeds uitvoerig uiteengezet, dat. de Lijempf-
terreinen van evident belang zijn enerzijds om op stedebouwkundig verant
woorde wijze te kunnen voorzien in de te verwachten behoefte aan terrein
voor kantorenbouw en anderzijds om de realisering van de Oostergoweg moge
lijk te maken.