i mm i. 8. C; *0 O.o'rt Voor zover die bestemming van incidentele aard zal zijn, is er geen invloed op de saldi der volgende jaren. Wordt echter het bedrag van 74.000,besteed voor activiteiten die blijvende lasten veroorzaken, dan neemt de ruimte over de volgende jaren in gelijke mate af. De ruimte over de jaren 1977 en 1978 ontstaat doordat de beleids ombuigingen, waartoe in 1975 in het kader van de behandeling van het beleidsplan 1975-1978 is besloten, gefaseerd worden doorgevoerd. Hierdoor werd niet alleen ten behoeve van 1975 een belangrijk bedrag vrijgemaakt, maar komen ook in de jaren 1976 t/m 1980 nog aanzienlijke bedragen voor het eerst beschikbaar. In 1979 zullen die beleids ombuigingen - behoudens een enkele uitzondering - volledig gerealiseerd zijn en droogt deze "bron" op. We zien dan de overschotten van jaar tot jaar dalen en moeten tot de gevolgtrekking komen, dat er zonder een jaarlijks accres als door de beleidsombuiging in de jaren 1975 - 1978 beschikbaar kwam geen stabilisatie van het begrotingssaldo optreedt. Integendeel, zodra de beleidsombuigingen geheel gerealiseerd zijn, zien we het begrotingsoverschot wegebben. Gevreesd moet worden, dat ongewijzigd beleid in 1981 al weer leidt tot een begrotingstekort (Zie de grafiek aan het eind van deze paragraaf). Wij wijzen er verder op, dat het voor 1980 op rond 200.000, becijferde overschot, evenals de voor de andere jaren becijferde b&tige saldi voor een deel, niet als volstrekt zeker mogen worden aangemerkt. In de eerste plaats niet, omdat naar gelang de periode waarover men vooruitziet langer wordt, de graad van betrouwbaarheid der "voor spellingen" afneemt. En in de tweede plaats, omdat bepaalde in het beleidsplan voorziene maatregelen slechts met medewerking van of in overleg met anderen gerealiseerd kunnen worden. Wat de aanzienlijke bedragen die in de jaren 1977 t/m 1979 als over schot in het beleidsplan voorkomen betreft, merken wij op, dat deze niet zullen kunnen worden gebruikt voor het doen van uitgaven die ook in de jaren daarna blijvende jaarlijkse lasten tot gevolg zullen hebben. De begrotingspositie van 1980 lijkt zodanig te zullen zijn, dat deze geen lastenverzwaring meer gedoogt. De begrotingen van de jaren na 1981 zullen waarschijnlijk tekorten aanwijzen, indien de jaarlijkse groei in het voorzieningenniveau in de zelfde mate doorgaat als in de beleidsperiode tot en met 1980. Besteding van de incidentele over schotten over de jaren 1977 t/m 1979 zal dan ook slechts mogelijk zijn in de incidentele sfeer (zonder financiële consequenties voor latere jaren)

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 12