- 210 - Onroerend-goedbelastingen (volgnr. 614). De uitgaven bestaan uit! kapitaallasten kosten invoering onroerend-goedbelastingen 329.OOO5 kosten C.E.V.A.IJ», invordering door het Rijk en bijhouden onroerend-goedadministratie 701.000, Totaal I.O3O.OOO,-- Geraamd op hoofdstuk II (personeelskosten) 195.OOO, Blijft ten laste Hoofdstuk XI, pe<r. 1 835.000, Voorlopig wordt van de veronderstelling uitgegaan, dat deze kosten afgezien van de kapitaallasten, plm. 6-g$ van de opbrengst van de onroerend-goedbelasting zullen bedragen. De opbrengst voor 1976 wordt geraamd op 10.785.000,zodat voor kosten C.E.V.A.N. enz. een bedrag van 701.000,dient te worden geraamd. De hogere ramingen voor 1977» 1978 en 1980 houden verband met een toeneming van de totaalsom der grondslagen als gevolg van nieuw- en verbouw enz. De hogere raming voor 1979 houdt deels verband met nieuw en verbouw en verder met een verhoging van de opbrengst met 190.000,als compensatie voor het vervallen van de vermakelijkheids belasting met ingang van 1979. Reservering voor correcties wegens taxatiefouten (volgnr. 642). De begrotingen moeten telkenjare in een zeer vroeg stadium worden opgemaakt. Hierdoor kunnen situaties verkeerd worden beoordeeld. Voor de dekking van de financiële consequenties, die uit correcties wegens taxatiefouten voortvloeien, wordt voor het begrotingsjaar 1976 een bedrag van 100.000,gereserveerd en voor de andere jaren van de beleidsperiode 200.000,per jaar. Teveel verdeelde rentelasten betrekking hebbende op rendabele bedrijfsinvesteringen, waaraan het renteomslagpercsntage wordt toegerekend (volgnr. 644). Verwezen wordt naar de toelichting bij volgnr. 357»

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 215