-17-
Bij het samenstellen van het investeringsprogramma voor de jaren
1976 t/m 1980 is een keuze gemaakt wat betreft de prioriteiten.
Aangezien voor veel investeringen rekening is gehouden met het ont
vangen van. subsidies van het Rijk, is de uitvoering van het program
ma hiervan afhankelijk. Indien blijkt, dat de rijkssubsidies niet komen
op het tijdstip, dat bij het opstellen van het beleidsplan is aange
nomen, of dat andere projecten in een bepaald jaar voor subsidie in
aanmerking komen, dan is verondersteld, zullen de huidige prioriteiten
moeten worden herzien.
Par. 6. Financiering der investeringen.
Bij beschikking van 3 juni 1975 nr. A75/11408 (St.crt. 104) hebben de
Ministers van Financiën en van Verkeer en Waterstaat en de Staatsse
cretaris van Binnenlandse Zaken de centrale financiering met ingang
van 4 juni 1975 beëindigd. Daarmee is een einde gekomen aan een toe
stand die bijna 10 jaar heeft geduurd. De gemeenten zijn nu dus weer
vrij in het aantrekken van geldleningen en in de keuze van de geldge
ver
Het niet meer aanwezig zijn van de toestand van overspanning op de
kapitaalmarkt maakte het mogelijk de centrale financiering niet langer
te laten voortduren. Het was de laatste tijd ook al zo, dat het via
de 11.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten aantrekken van financierings
middelen voor de investeringen geen moeilijkheden opleverde. In de
praktijk werd de nu beëindigde situatie dan ook niet meer als drukkend
ervaren
Uiteraard zullen ook in de toekomst de besluiten tot het aangaan van
geldleningen onderworpen zijn aan de goedkeuring van Gedeputeerde Sta
ten.
Momenteel is de situatie in onze gemeente zodanig, dat nog niet op
zeer korte termijn behoeft te worden overgegaan tot het aantrekken
van nieuwe geldleningen.