1
U
V
Bijlage 6 (vervolg)
grond, van deze regeling-
activiteiten ontplooid,
maatregelen, wellce onder
voldaan.
regering ligt de Dienst
I Bescherming Bevolking in belangrijke mate te reorganiseren, tengevolge waarvan
o,m, de gemeentelijke bemoeienis met deze Dienst zal ophouden. De bestaande
j; gemeenschappelijke regeling zal dan ophouden to bestaan. Ook vervalt dan uiter-
I aard de gemeentelijke bijdrage. Overigens kan worden opgemerkt, dat - hoewel de
I bijdrage ten behoeve van de A-Kring Friesland c wel is opgenomen in dc begrotin
197<5» aangezien het om een verplichte uitgaaf gaat -- deze over dat jaar waar-
I schijnlijk niet zal hoeven te worden betaald, golet op de huidige financiële
I positie van de Kring,
7t Poli tie—opl aiding s school l:'oord-0ost iïederland.
kij verwijzen u naar het laatst verschenen jaarverslag, dat voor u ter inzage
I is gelegd.
Beleidssector Onderwijs
6* Gemeenschappelijk Centrum van de Onderwijsbegeleidingsdiensten.
I Momenteel is de gemeenschappelijke regeling voor de vorming van het Gemeenschap-
I lelijk Centrum van de Onderwijs begeleidingsdiensten door de raden van 35 van
cle 44 Friese gemeenten en door alle daarbij betrokken besturen van het bijzonde
onderwijs aanvaard.
I Gedeputeerde Staten van Friesland hebben hun goedkeuring aan deze regeling ver-
I leend. Zodra de regeling in de Staatscourant zal zijn gepubliceerd, treedt de
j regeling in werking. Vervolgens kan het Gemeenschappelijk Centrum de regeling
uitvoeren. Vanaf dat moment kan het Centrum ook beschikken over de toegezegde
rijkssubsidie.
ïn eerste instantie zullen de begeleidingswerkzaamhaden alleen ten behoeve van
uut kleuter-, het Basis-en het Buitengewoon Onderwijs worden verricht.
5, Bistributiokring Leeuwarden
Gelet op de aard van deze regeling, worden door de op
bestaande commissie onder normaio omstandigheden geen
Aan do voorschriften betreffende de voorbereiding van
bijzondere omstandigheden moeten werden getroffen, is
BelGidssector Openbare Veillgheifl
6, Bescherming Bevolking A-Kring ltrleslan.d..P
1 Het zal u bekend zijn dat het in het voornemen van de
- 2 -