-42-
149» Is ^-e"t college bekend met
liet initiatief van de
"Stifting Frije Skoallen
PryslS.11" om in Leeuwarden
op basis van de pedagogiek
van Rudolf Steiner een vrije
(basis) school op te richten.
Is het college bereid daad
werkelijk medewerking te
verlenen aan de realisatie
van deze plannen?
150. Wat is het standpunt van uw
college t.a.v. de komende
verplichting om enderwijs
in het Pries te geven?
151. In welke mate denkt u t.z.t.
ontheffingen van deze
verplichting te verlenen?
152. Op pag. 55 stelt u dat aller
eerst de huidige omvang van
de klassen een belemmering
is voor het doorvoeren van
de vernieuwing van het
onderwijs. De vakliteratuur
neemt echter hoe langer hoe
meer afstand van dit argu
ment en stelt het slagen
van de gewenste vernieuwing
meer en meer afhankelijk van
de instelling en opleiding
van de leerkrachten. Wat is
uw visie?
153. Is het college bereid er op
toe te zien dat het vak
vaardigheid wordt gegeven
in die zin dat daarbij niet
het geijkte rolpatroon van
man en vrouw aan de kinderen
wordt opgedrongen?
149. Uit recente perspubjikaties
hebben wij hiervan kennis genomen.
Een verzoek om medewerking heeft
ons college nog niet bereikt.
Wanneer een verzoek om mede
werking v.an de stichting van een
dergelijke school bij ons binnen
komt, zal dit door ons worden
getoetst aan de wettelijke be
palingen die voor elke bijzondere
school gelden. Indien hieraan
wordt voldaan dient medewerking
te worden verleend.
150/151.
Hoewel het wetsvoorstel is aan
vaard zal het pas tegen 1980 in
werking treden. Zolang dit niet
is gebeurd en ook de vereiste
algemene maatregel van bestuur,
waarin de nadere regeling wordt
opgenomen, er nog niet is, achten
wij het voorbarig nu reeds een
standpunt in te nemen.
152. De wijze waarop de steller van de
vraag pagina 55 citeert geeft
blijk van een andere interpre
tatie van de tekst dan uit het
verband der zinnen volgt. Het
met elkaar in verband brengen van
een beleidsvisie op de groeps
grootte en de gewenste onderwijs
vernieuwing heeft betrekking
op het scheppen van gunstige
voorwaarden voor het realiseren
van onderwijsvernieuwingen. Het
u zijn wij van mening dat ver
nieuwing meer afhankelijk is van
instelling en opleiding van de
betrokken leerkrachten dan van de
aantallen leerlingen.
153. he invoering van het vak vaar
digheid - ter vervanging van de
vakken handenarbeid en tekenen -
heeft juist de emancipatie
bevorderd.