161 169. -46- Bestaat de mogelijkheid om een commissie in te stellen (vanuit openbaar en bijzon der onderwijs) welke bijzon dere behoeften ivelke (nog) niet vallen onder artikel 72 van de lager onderwijswet toch incidenteel aan een school kan toewijzen wanneer de wenselijkheid daarvan is aangetoond zonder dat dit betekent dat alle andere scholen hetzelfde kunnen claimen? G-econstateerd wordt dat op grond van art. 5?ter van de L.O.-wet 1920 de termijn van vas4 stelling van de kosten van het openbaar lager onderwijs over het jaar 1973 op 1 december 1974 is verstreken. Kan dit uit oogpunt van billijkheid en overeenkom stig het in het verleden gevoerde beleid voor het college aanleiding zijn om te bevorderen dat tussen tijdse (voorlopige) bedragen beschikbaar worden gesteld voor het bijzonder onderwijs? Op grond van de sterk ge stegen kosten van met name het onderhoud geldt een zelfde opmerking - voor zover van toepassing - het kleuter-, het buitengewoon- en het voortgezet onderwijs. 168, De Lager-onderwijswet 1920 geeft geen regeling van de voorziening in bijzondere behoeften buiten art. 72 om. De instelling van een commissie als gevraagd heeft derhalve geen zin. 169. Het komt ons billijk voor dat een voorschot wordt verstrekt. Zodra wij inzicht hebben in de overschrijdingsbedragen zullen wij u voorstellen tot, het ver lenen van nadere voorschotten over te gaan. In verband hier mede delen wij u mede dat de vaststelling van de kosten van het openbaar voortgezet onderwijs over 1973s geen beroepsonderwijs zijnde, met het verlenen van nadere voorschotten aan het overeenkomstig bijzonder voort gezet onderwijs in de raad van 27 oktober 1975 aan de orde is gesteld. De vaststelling van de kosten van het openbaar gewoon lager onderwijs, van het openbaar buitengewoon lager onderwijs en van het openbaar kleuteronderwijs alsmede de eventuele nadere voor schotverlening van het overeen komstig bijzonder onderwijs zal binnenkort plaats vinden. Wij vertrouwen er op dat de vast stelling van de kosten van de diverse soorten van openbaar onderwijs en de daarmee verband houdende nadere voorschotverlening van het overeenkomstige bijzonder onderwijs voortaan in een vroeger stadium dan thans het geval is zal kunnen plaats vinden. Met ingang van 1975 wordt bij het ramen van de uitgaafposten op de begroting rekening gehouden met loon- en prijsstijgingen in het begrotingsjaar. Wij verwachten dan ook dat de afwijking tussen de geraamde en de werkelijke uitgaven gering zal zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 323