I 4 -54- 199» Heeft het Gemeentebestuur inzicht in de financiële consequenties welke, voor de woningbouwcorporaties of an ders instellingen waarvoor de gemeente garanties heeft gegeven, thans als gevolg van de leegstand zijn ontstaan en op korte termijn nog te ver wachten zijn? 200. Kunt u een opgaaf doen van de leegstandsverliezen bij de woningbouwcorporaties en het Gemeentelijk Woningbe drijf? Hoe worden deze ver liezen afgeboekt? Hoe groot zijn de reserves van de corporaties waaruit eventueel deze verleizen gefinancierd kunnen worden? Do Woningbedrijf 201o Is er al een huurovereen komst afgesloten met de huurder van het pand Noor- derplantage 3-5» 2020 Acht het college het eigen lijk nog wel langer verant woord dat er panden uit het gemeentebezit worden ver huurd, met als een der voor waarden dat het onderhoud voor rekening van de huur der/gebruiker komt, temeer omdat bekend is dat vooral noodgedwongen minder draag- krachtigen hiervan gebruik moeten maken en dat dienten gevolge het onderhoud van de panden geheel of grotendeels achterwege blijft. Het zal u ondertussen ook wel duide lijk zijn geworden dat deze ontwikkeling ernstig schade (achteruitgang) toebrengt aan niet alleen de betrok ken panden maar ook geregeld aan een hele straat of zelfs aan de hele buurt. Kortom, wanneer denkt uw college een eind te maken aan deze onaan vaardbare verwaarlozing van gemeentelijk bezit. 199/ He totale huuropbrengsten van de 200. woningcorporaties en het Gemeentelijk Woningbedrijf bedragen op jaarbasis afgerond 37»500.000,Uitgaande van een leegstandspercentage van 2,8% zal het huurverlies, exclusief het complex Linnaeusstraat, ongeveer 1.000.000,per jaar bedragen. De exploitatieuitkomsten worden via de risico-reserves verrekend. Deze risico-reserves worden jaarlijks ge voed met de ten laste van de exploi tatie komende stortingen ten bedrage van 7% of 10% van de huren van de na oorlogse woningen en verder de exploi tatie-resultaten. De reserves van de corporaties blijken uit de jaarstukken welke, zoals uit het antwoord op vraag 198 blijkt, ter inzage zullen worden gelegd. 201Hoewel nog geen huurovereenkomst i» afgesloten, betaalt betrokkene regelmatig de vastgestelde huur. Met betrokkene wordëibesprekingen gevoerd om alsnog te komen tot een regeling, waarbij hem een zakelijk gebruiksrecht zal worden toegekend. 202. De door de vragensteller gesignaleerde gevolgen van verhuur onder bijzonder contract zijn ons bekend. Wij onder schrijven evenwel niet dat vooral minderdraagkrachtigen nu nog noodge dwongen hiervan gebruik moeten maken. In dit verband verwijzen wij naar de beantwoording van vraag 196. Omzetting van de huidige nog lopende bijzondere huurcontracten van in slechte staat verkerende panden in normale huurcontracten zouden de exploitatie verliezen ongetwijfeld nog doen toenemen. Het bovenstaande is o.i. te meer een reden om te trachten de onder bijzonder huurcontract verhuurde panden, voorzover deze niet voor rehabilitatie in aanmerking komen, zo spoedig mogelijk te amoveren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 331