No o 14543.
BE BAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Voorzitter.
Secretaris.
r
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 6 november 1975 (bijlage no. 326)5
BESLUIT
I. tot hot verbeteren en. uitbreiden van de parkeergelegenheid aan het
Hoeksterend overeenkomstig de bij dit besluit behorende tekening
no. 19-27-01A, met dien verstande dat de geprojecteerde in-/uitgang
aan het Hoeksterpad nabij de kruising Voorstreek/Eoeksterend/Hooksterpad
komt te vervallen;
II. voor het uitvoeren van het onder I bedoelde werk oen krediet beschikbaar
te stellen van 240.000,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Instandhouding van de gemeentelijke kleuterscholen "Be Lijster"
fluiter" en "De Spreeuw".
Bijlage no. 327» Leeuwarden, 6 november 1975
Aan de gemeenteraad.
Het gemiddeld aantal kleuters van de gemeentelijke kleuterschool
Lijster", Groeneweg 3? bedraagt dit jaar 40 2/3, terwijl dit over de jaren
1970, 1971 1972, 1973 en 1974 bedroeg resp. 51.1» 47949738.1 en 39.5»
Aangezien deze school derhalve gedurende tenminste drie achtereenvolgende
jaren door minder dan 60 kleuters - het voor onze gemeente vereiste minimum
aantal - wordt bezocht zou zij op grond van artikel 11 van de Kleuteronderwijs-
wet moeten worden opgeheven.
Ingevolge het tweede lid van dit artikel kan de Minister van Onderwijs
en Wetenschappen, de Onderwijsraad gehoord, op verzoek van de gemeenteraad
bepalen, dat een school in stand ;rordt gehouden, ook al is het aantal kleuters
Einder dan het zojuist vermelde aantal van 60, mits dit
dan 20 bedraagt. "Be Lijster" telde op 1 oktober j.l. 3é
nog 9 niet-vierjarigen op de wachtlijst staan vermeld.
Deze kleuterschool staat in de binnenstad en.heeft voor dit stadsdeel
ook een duidelijke functie. Andere kleuterscholen kunnen, afgezien van een
eventueel tekort aan plaatsruimte, bezwaarlijk als een alternatief worden
aangemerkt. De afstand tot de andere openbare kleuterscholen is n.l. zodanig,
dat opheffing van "De Lijster" (met één hoofdleidster en één leidster) in
feite zou betekenen, dat de kleuters uit de binnenstad van openbaar kleuter
onderwijs verstoken zouden raken. Dit achten wij met name voor deze kinderen
Eet weinig of geen speelruimte niet verantwoord.
O.i, is er dan ook alle aanleiding de Minister weer te verzoeken te bepalen,
dat deze kleuterschool in stand wordt gehouden. Bij zijn beschikking van
22 januari 1975 heeft de Minister van Onderwijs en Wetenschappen een
verzoek ingewilligd voor het schooljaar 1975»
Ook de gemeentelijke kleuterschool "De Tuinfluiter"Tuinen 40,
aantal niet minder
kinderen, terwijl
soortgelijk
onvoldoende kleuters om zonder meer in stand te won
antal kleuters van deze school bedroeg over 1970s
den gehouds
197'
telt
n. Het gemiddeld
1972, 1973 en 1974
resp. 28.7? 26.6, 24.8, 27.3 en 26.1, terwijl dit aantal over 1975 26 2/3
bedraagt. Deze school is sinds 1 januari 1952 een éénklassige school; zij
terd op 1 oktober j.l. bezocht door 21 kleuters. Op de wachtlijst staan momenteel
3 niet-vierjarigen vermeld.
Tan de mogelijkheid deze school in stand te houden met toepassing van
artikel 11, 2e lid, van de Kleuteronderwijswetis reeds vele malen gebruik
Jemaakt. Laatstelijk is hiertoe besloten bij de hierboven aangehaalde beschikking
Van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen.
Ook in de situatie van deze kleuterschool is praktisch niets veranderd.
Ie motieven, hierboven vermeld, voor instandhouding van "De Tuinfluiter"
gelden eveneens voor die van "De Lijster".
herplaatsing van kleuters naar andere scholen zal grote moeilijkheden op
leveren, niet alleen vanwege het gebrek aan plaatsruimte, maar met name ook
cbor de af te leggen afstanden langs drukke wegen en nauwe straten in de
Ünnenstad. "De Tuinfluiter" ligt voorts op zodanige afstand van "De Lijster",
Ra.t ook een samenvoeging van deze beide scholen op bezwaren zal stuiten en
tengevolge zal hebben, dat verschillende kinderen uit de binnenstad geen
|>penbaar kleuteronderwijs kunnen volgen. Derhalve lijkt het ons onverantwoord
3o Tuinfluiter" op te heffen.
r)j achten daarom ook voor deze school alle aanleiding aanwezig wederom de
Minister te verzoeken te bepalen, dat deze school in stand wordt gehouden.