- 62 -
Onderhoud en schoonmaken van schoolgebouwen, tuinen en meubilair.
a. Onderhoud.
Be bezuinigingen op onderhoudswerkzaamheden volgens het beleidsplan
1975-1970 vinden plaats door het niet-uitvoeren van een aantal
bijzondere onderhoudswerkzaamheden, zoals bijvoorbeeld het vernieuwen
van pannendaken en het uitvoeren van binnenschilderwerk. Dit zal
echter slechts daar kunnen geschieden, waar een voorlopig uitstel c.q,
een geringere frekwentie van uitvoering van werkzaamheden verantwoord
wordt geacht
b. Schoonmaak.
Op de schoonnaakwerkzaamheden wordt volgens plan bezuinigd. Op
scholen met een grote omvang (ter beoordeling aan de Dienst
Stadsontwikkeling) vindt een kwantitatieve inkrimping plaats van
schoonmaakwerkzaamheden als vegen en stofzuigen. Op kleinere scholen
worden de bezuinigingsmaatregelen uitgevoerd in de vorm van een
kwalitatieve vermindering van deze schoonmaakwerkzaamheden.
Daarnaast zullen andere schoonmaakwerkzaamheden, zoals bijvoorbeeld
het stoffen en het schoonmaken van de binnenbeglazing kwantitatief
beperkt worden.
Het welslagen en verantwoord kunnen blijven toepassen van bezuinigings
maatregelen op het gebied van het schoonmaken van scholen is voor
een groot gedeelte afhankelijk van de mate van netheid, waarmee de
scholen gebruikt worden en vereist een grote mate van bereidheid
van leerkrachten en leerlingen om toe te zien op en zorg te dragen
voor een schoonmaak-besparend schoolgebruik.
c. Brandveiligheidsvoorzieningen.
Naar aanleiding van het rapport van de Brandweer met betrekking tot
de brandveiligheid van schoolgebouwen en de kostenraming van de
Dienst Stadsontwikkeling met betrekking tot de brandpreventievoor-
zieningen achten wij het noodzakelijk deze voorzieningen in 1976 uit
te voeren.
Hiervoor zijn investeringen nodig van 375.000,ten behoeve van
het kleuter- en gewoon lager onderwijs, van 20.000,ton behoeve van
het buitengewoon lager onderwijs en van 32«000»^en behoeve van
het voortgezet onderwijs.