- 110 -
IJ heeft in 1973 en 1974 medewerking verleend aan de instandhouding
van ruim 150 woningen per jaar in een tweetal wijken, t.w. 01de-
galileën en het VegelinkwartierGezien in het licht van de andere
woningverbeteringsregelingen, t.w. de regeling voor incidentele
verbeteringsgevallen en de rehabilitatieregeling, en gelet op de
financiële positie van de gemeente zijn wij van mening dat de
regeling niet op nog andere wijken van toepassing kan worden ver
klaard. Het zou echter niet van behoorlijk bestuur getuigen als
deze regeling, waarvan Leeuwarden als één van de eerste gemeenten
profiteerde, voor de Vegelinbuurt zou worden ingetrokken. De Ve-
gelinbuurt omvat ongeveer 450 woningen waarvan in principe nu een
175 woningen krachtens deze regeling medewerking hebben kunnen
krijgen. V/ij zijn van oordeel dat ook de andere woningen in dit
gebied de komende jaren een kans moet worden geboden. De kapitaal-
lasten zullen hierdoor naar verwachting in de jaren 1975 en 197&
met ongeveer f 15.000,per jaar toenemen.
Het aangeven van mogelijke besparingen op de uitgaven van het
Gemeentelijk V/oningbedrijf c.q. het aangeven van mogelijke verhogin
gen van ontvangsten (o.a. huren) heeft slechts effect op de groei
van de reserves bij het Gemeentelijk Woningbedrijf. De inkomsten
worden overigens in belangrijke mate bepaald door de richtlijnen
van hogerhand waarop geen invloed bestaat. Uit dien hoofde heeft
het ter verkrijging van het gewenste doel dan ook alleen zin
de begroting van uitgaven en inkomsten op mogelijke besparingen
dan wel verhoging van inkomsten te onderzoeken ten behoeve van
het versterken van deze reserves. In verband hiermee kan de ver
betering van woningen van het Gemeentelijk Woningbedrijf in de
komende jaren versneld ter hand worden genomen. Het Gemeentelijk
Woningbedrijf zal er echter van uit moeten gaan dat zonder finan
ciële hulp van de algemene dienst de mogelijkheden moeten worden
geschapen de dekking van bijzondere kapitaallasten in de komende
jaren in eigen dienst te vinden. Wij denken hierbij met name aan
het optrekken van de rente van leningen voor de bouw van de wo
ningwetwoningen tussen 1948 en 1957 en aan de oplossing van pro
blemen, zoals die zich thans bijvoorbeeld in de Linnaeusstraat
voordoen.