- 183 - geheel door het rijk wordt gesubsidieerd. Gezien het feit, dat voor het subsidiëren van deze instelling door onze gemeente geen duidelijk gemeentebelang kan worden aangewezen zijn wij van oor deel dat de subsidieverlening met ingang van 197^ kan worden be ëindigd Bero epsmatig Jeugdwerk Met ingang van 1 januari 1974 sijn de subsidie-percentages van de Rijkssubsidieregeling Jeugd- en Jongerenwerk als volgt gewijzigd; - het subsidie in de personeelslasten is van 477° naar 50/J gebracht - het subsidie in de huisvestings- en organisatiekosten is van 40?" naar 507° gebracht - het subsidie in de kosten van activiteiten, dat voorheen 40/j bedroeg, is nu vastgesteld op een bedrag gelijk aan het bedrag van de voorlopige maximale subsidievaststelling door het Minis terie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk voor het jaar 1973? vermeerderd met een bedrag voor prijsstijgingen. Aangezien hier sprake is van een koppelsubsidie en wij de plaat selijke instellingen voor jeugd- en jongerenwerk in principe con form de rijkssubsidieregeling subsidiëren, stellen wij U voor de subsidiepercentages analoog aan de rijkssubsidieregeling te wij zigen m.i.v. 1 januari 1974» Omdat de gemeente op dit moment de huisvestingskosten bij de jeugdinstellingen reeds tot 60>j subsi dieert, zal bovengenoemde wijziging het gevraagde c.q. het reeds begrote gemeentelijk subsidie voor 1974 en 1975 nagenoeg niet be ïnvloeden, Het begrote subsidie voor de beroepsmatige jeugdwerk instellingen kan als gevolg van bovengenoemde wijzigingen in 1975 met 2.485?worden verminderd. Katholieke Centrale voor maatschappelijk kerk, sectie Jeugd Het huisvestingsprobleem van deze stichting is door het betrekken van het pand aan de Voorstreek opgelost. Het bestuur van genoemde centrale heeft ons verzocht het personeelsbestand met een 3~"tal krachten te mogen uitbreiden, te weten 2 beroepskrachten en 1 full-time schoonmaker/conciergeAanstelling van de schoonmaker/ concierge dient naar onze mening alleen te geschieden als dit een evenredige daling van de schoonmaakkosten tot gevolg heeft. Is dit het geval dan heeft deze aanstelling geen consequenties voor de begroting c.q. het gemeentelijk subsidie en hebben wij hierte gen geen bezwaar.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 186