- 193
Operaes.je Pers.
Bij het analyseren van verschillende begrotingsposten op het
werkingsveld van de door het beschikbaar gestelde subsidie in
gang gezette activiteiten in relatie tot de bedragen, die door de
verschillende overheden worden gefourneerd, is met name ook het
subsidie aan de Stichting Operaesje Pers ter discussie gesteld.
Als belangwekkend initiatief, mede door een bijdrage van de ge
meente van de grond gebracht en gedurende een aanloopperiode ook
met subsidie gesteund, kan men zich thans afvragen of hier nog
een gemeentelijke taak ligt. De activiteiten zijn niet direct
gemeentelijk gericht en de vestigingsplaats van de stichting is
gezien de aard van de communicatie niet van belang. De gemeente
Leeuwarden heeft naar ons oordeel met het op gang brengen van
deze activiteit -ook met betrekking tot het aspect van het aan
vullend steunen en bevorderen van de Priese taal haar plicht ge
daan. Deze dient thans geheel door provincie Friesland en rijk
te worden overgenomen (besparing 2.000,
Lectuurvoorziening
Openbare Bibliotheek.
Gelet op de snelle behandeling in de Tweede Kamer van het Wets
ontwerp op het openbare bibliotheekwerk is de kans groot, dat het
Wetsontwerp dit jaar nog als wet bekrachtigd wordt. Het gevolg is,
dat de Rijkssubsidieregeling 1921 ingetrokken wordt, die op een
veel te laag niveau stond en slechts jaarlijks aangepast werd
voor de loon- en prijsmaatregelen. In bovengenoemde wet staan
echter de personeelslasten centraal, die voor 100$ door het
rijk gesubsidieerd zullen worden, met uitzondering van het
eerste, tweede en derde dienstjaar na de datum van inwerkingtre
ding van de wet. De subsidiebedragen van het rijk zijn hiervoor
namelijk vastgesteld op resp. 65/->> 70)j en 85$. De hieruit voort
vloeiende geldelijke voordelen moeten echter met de nodige voor
zichtigheid bezien worden, aangezien een aantal nog door het rijk
te geven richtlijnen o.a. met betrekking tot omvang en samenstel
ling boeken, huisvesting, aantal personeelsleden etc. bij wijze
van Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld worden.
Afgezien van de contributievrijdom voor de jeugd dient naar aan
leiding van het bovenstaande rekening gehouden te worden met een
veiligheidsmarge (een afwijking) van 50$ die reeds in de te be
sparen bedragen verdisconteerd is.