wtÊÊÊÊsasm^rr^ ri Ml -21- 84. Op welke gegevens zijn de be- 84» dragen van 6 resp. 15 miljoen per jaar gebaseerd voor het ver wachte takenpakket van de afde lingen Bouwkunde en lieg- en Wa terbouw? 85» Hoe staat het met de reorganisa- 85» tie van de D.S.O. en de rapporte ring hierover? 86. Kunt u verduidelijken hoe de per- 86. soneelsuitbreiding door u finan cieel is vertaald op de blauwe paginas? 87. Welke zijn de gewenste specialis- 87. men bij de Stedebouwkundige Dienst? 88. Kunnen binnen de Dienst Stadsont- 88. wikkeling de disciplines archi tectuur van de woonomgeving en monumentenzorg ieder een eigen plaats krijgen? Deze bedragen moeten worden gezien als globale ramingen, gebaseerd op ervaringen van de laatste jaren. In het opdrachtenpakket moet daartoe wel de nodige variatie aanwezig zijn. Wat betreft het verwachte takenpak ket van de in de vraag genoemde af delingen wachten wij, alvorens hier over een uitspraak te doen, de resul taten af van de in te stellen pro jectgroep die ons zal moeten advi seren over de optimale personeels omvang van de D.S.O» De vraag suggereert dat de Dienst Stadsontwikkeling (weer) zal worden gereorganiseerd. Wij willen duide lijk stellen dat onze opmerkingen in het beleidsplan, welke kennelijk tot het stellen van deze vraag heb ben geleid, betrekking hebben op het bestuderen van het takenpakket van de hoofdafdelingen van deze dienst en de daarmee samenhangende optimale omvang van het personeelsbestand. De met de personeelsuitbreiding ge moeide bedragen vindt u weergegeven op bladz. 75 van het ontwerp-be- leidsplan onder de post bestemmings plannen (volgnr. 204)o Voorts wordt verwezen naar het gemeentelijk per- soneelsplan 1975-1978 °P pag» 257o Op dit moment zijn tien projectgroe pen ingesteld voor het maken van ver schillende deelplannen voor de stad» Tijdens het werken zal, naar wij ver wachten, blijken dat niet voor elk probleem deskundigheid binnen de dienst aanwezig is. Mocht blijken dat veelvuldig op bepaalde terreinen zich problemen voordoen, dan kan daarmede bij het vervullen van de nog openstaande vacature rekening worden gehouden. In het verleden had de gemeente een speciale adviseur voor de monumen tenzorg. In het beleidsplan is niet voorzien in vervulling van de vaca ture. Het overleg met de rijksdienst monumentenzorg is geïntensiveerd. In de projectgroep Speelmanstraat e.o. is een lid van deze dienst opgenomen. Zie voorts het antwoord op vraag 87» M

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 298