-
- 38 -
I
321
\Jp.
;ijn hiervan de
cons e cuenti e s finanei ee1
321» Het achterblijver, van het
aanbod van huisvuil door de
Leeuwarder bevolking heeft
nagenoeg geen financiële
consequenties» Dnerzijds
worden de koster, van verbranding
slechts weinig beïnvloed door
de hoeveelheid afval en ander
zijds heeft de hoeveelheid geen
invloed op de door de inwoners
te betalen huicvuilrechten.
Daarentegen worden van de
bedrijven wel rechten geheven
naar rato van do aangeboden
hoeveelheden afvalstoffen»
Dit laatste geldt evenzeer
voor de door andere gemeenten
aan te voeren kwantiteiten»
322. Zijn do Leeuwarder bedrijven
welke buiten de gemeente
hun afval deponeren wel eens
benaderd net de vraag op
welke voorwaarden ze wel
genegen zijn hun afval
naar onze installatie te
brengen»
323» Kunnen de aanloopverliezen;
ontstaan door te weinig
aanvoer, niet worden
geactiveerd?
322» In het raadsbeslr.it van 9 decembe;
1974-s no« 15533j wijziging
van de Verordening op de heffing
en invordering van reinigings
rechten, is de mogelijkheid
geopend in bijzondere geval
len de vergoeding voor het
aanbieden v?,n afval bij
overeenkomst te regelen» Thans
wordt nagegaan in welke
gevallen deze regeling kan
worden toegepast»
323. De vuilverbrandingsinstallatie
is gebor.wd, uitgaande van een
veronderstelde 3
- bevolkingsgroei
- stijgende hoeveelheid afval
stoffen per inwoner;
- stijgende hoeveelheid indu
striële afvalstoffen;
- deelname door omringende
gemeenten»
Al deze berekeningen waren en
zijn noodzakelijk om tot een
capaciteitsbepaling van de
installatie te kunnen komen
en voor een goodc kostenver—
gelijking met andere verwerkings
methoden waarbij de gemeente
betaalt naar hoeveelheden
afgeleverde afvalstoffen»