- 107 - 305» Zou, nu de Stichting Maat schappelijke Dienstverlening is gerealiseerd, de G.S.D. zijn taak op dit stuk van zakon niet kunnen besnoeien? Moot het algemeen maatschap pelijk werk binnen de Sociale Dienst op hetzelfde peil gehandha,afd blijven? 505. De hier gestelde gedachte is reeds één van de beschouwingen geweest, waarop het ontwerp- beleidsplan is gebaseerd; zie hiervoor pag. 160 van het onderwerpolijke plan» 336» Zou algehele splitsing van taken Bijstand en Maatschap pelijk 1/erk bij de G»S„D. mogelijk en nuttig zijn? 307« 'Jelke mogelijkheden zijn er on de samenwerking G»S»D» en Particulier Initiatief beter te laten functioneren? 386» Een algehele splitsing van taken is op zich wol mogelijk, maar achten wij niet wenselijk» Mei dient o.i. een zo optimaal mogelijk gebruik te worden gemaakt van de diensten van de desbetreffende organisaties/ instellingen op dit terrein, waaronder mot name de stedelijke Stichting voor Maatschap pelijke Dienstverlening. 387. Het is ons niet bekend dat do samenwerking tussen de G.S.D. en het Particulier Initiatief in dezen onvoldoende functio neert» Overigens zullen wij deze samenwerking waar mogelijk bevorderen. 303. Heeft u bij uw voorstellen on de personeelssterkte van de G.S.D. drastisch te verlagen in voldoende mate betrokkens a» Een te verwachten toename van de centralisatie van het beleid m.b.t. de Al g. Bijstandswet, waardoor aan de beoordeling van de •bijzondere individuele omstandigheden de grootst mogelijke zorgunoet worden besteed? b. Een toename van de werk zaamheden als gevolg van nog steeds toenemende langdurige werkloosheid? c. Het moeten kunnen inspelen op de plannen van de rijksoverheid m.b.t. het te voeren zelfstandigen- beleid? 388. Zoals naar hot ons voorkomt uit het ontworp-beleidsplan ook duidelijk blijkt, is met de genoemde algemene aspecten zeker rekening gehouden. Overigens zijn wij van mening dat juist de genoemde centralisatie meer mogelijkheden biedt om aan de bedoelde individuele omstandigheden aandacht te besteden. Toorts mogen wij verwijzen naar ons antwoord op de vragen 3-7 on 393° Indien de Stichting voor Maatschappelijke Dienstverlening aantoonbaar maakt dat zij niet in staat is met haar personeelsbezetting de.op haar omkomende werkzaam heden in voldoende ma.te te kunnen uitvoeren, mede vanwege de onderhavige afstoting bij ue Gemeentelijk 3ocia.le Dienst, zal uitbreiding van deze personeelsbezetting dienen te worden overwogen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 384