Is het niet zo dat de werk zaamheden vs.n de G.S.D. zo ruim mogelijk moeten worden gezien? Met name kan de financiële bijstandverlening aan personen en gezinnen niet beperkt blijven tot oplossing van alleen naar materiële nood. De G.S.D, zou dan denatu reren tot een uitkerings- fabriek. Naar onze mening is materiële en immateriële nood wel te onderscheiden maar niet te scheiden en zal van uit de G.S.D. aandacht moeten worden geschonken aan het zoeken naar oplossingen voor immateriële nood. Alleen dan kunnen veel mensen werkelijk en op langer termijn worden geholpen hetgeen vermoedelijk ook economischer is dan het 3teeds maar weer leggen van noodverbanden in de vorm van financiële bijstand sec. - 108 - d. De sedert mensenheugenis hij uitvoerende "bestuur ders bestaande neiging om de administratiekosten - waaronder personeels kosten - te drukken, ook al stijgen daardoor de uitkeringen onnodig met het gevolg dat overheids geld wordt misbruikt? e. Hot nog niet bekend zijn of de. Stichting Maat schappelijke Dienstver- loning Leeuwarden in staat is het wegvallen van een stuk algemeen maatschap pelijk werk van de G.S.D. voldoende op te vangen? Omdat er nog geen zekerheid bestaat dat de Stichting voor Maatschappelijke Dienstverlening over voldoende opvangmogelijkheid beschikt wordt het onverantwoord geacht tot inkrimping van het aantal a.m.-w.-functies bij de G.S.D. over te gaan. 389. Wij zijn ook van mening dat vanuit de G.S.D. aan die bij- standbehoevenden, die dit nodig hebben, de oorste aanzet dient te worden gegeven aan immateriële hulpverlening. Nu in onze gemeente de Stichtin voor Maatschappelijke Dienst verlening tot stand is gekomen, kunnen naar onze mening een aantal van dergelijke gevallen naar deze stichting worden doorverwezen. Eet is ons niet bekend en net lijkt ons ook enigszins prema tuur te stellen dat cliënten van de G.S.D. niet gemotiveerd zouden zijn voor hulpverlening anders dan door de G.S.D. Overigens achten wij de per soonlijke keuze van de cliënt doorslaggevend, "voor het overige mogen wij TJ verwijzen naar ons antwoord op vraag 388»

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 385