- 109 - De G.S.D. zal in veel gevallen deze maatschappelijke hulp en dienstverlening zelf ter hand moeten nemen omdat a. de cliënten van deze dienst als regel niet gemotiveerd zijn of moeilijk te moti veren zijn voor hulp van wege maatschappen jk- werk-instellingen en b. de bestaande instellingen voor maatschappelijk werk niet ingespeeld zijn op dit soort hulpverlening naar de mensen toe (outrea- ching)terwijl zij ook niet de mankracht hebben om G.S.D. cliënten over te nemen. Wil de dienstverlenende taak van de G.S.D» derhalve op aanvaardbaar niveau blijven dan mogen geen besnoeiingen worden bevorderd op het personeelsbestand van de onderafdeling A.M.W. die al onderbezet is. Bent u met ons van oordeel dat terugbrenging van deze afdeling met één functionaris zal betekenen dat veel cliënten maatschappelijk in de kou blijven staan en daardoor mogelijk nog meer en nog langer op financiële bijstand zullen zijn aangewezen? 390. Waarom wordt na de personeels- besnoeiïng op de G.S.D. nog een uiteindelijke sterkte overgehouden die zo'n 10 per sonen boven het landsgemid- delde ligt? 390. Een D.I0.SA.-rapport over de personeelssituatie bij de sociale diensten, waaruit o.a. een landelijk gemiddelde is getrokken, is één van onze be oordelingsgrondslagen geweest. Het is echter niet de bedoeling geweest de uitslag van deze enquête als stringente maatstaf aan te houden. Of, en zo ja in hoe verre nog een verdere inkrim ping van het personeelsbestand bij de G.S.D. wenselijk en mogelijk is, zal nader bekeken worden door een in te stellen werkgroep

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 386